Gezichten van de Wereld , maskers en hun betekenissen.
gecorrigeerde tekst 10 apr 2021;
Foto frontpagina; Amulet en voorzet masker Key,collectie Papua Nieuw Guinea Sepik
, onderaan kun je het maskertje voor je gezicht vasthouden net zoals bij de Venetiaanse Carnavals maskers die oogbedekkend waren en vooral bedoelt werden voor de upperclass.
Als we gaan kijken naar de inhoud van het woord Masker komen we al
dichter bij haar betekenis en bij haar gebruiksmogelijkheden in
praktische zowel als in overdrachtelijke zin.
Een masker is een voorwerp of een laag van een bepaald materiaal, dat
ertoe dient het gezicht tijdelijk geheel of gedeeltelijk te bedekken, met
het oog op vermomming, opsmuk, medisch preventieve of therapeutische
bescherming of behandeling, of met het oog op de uitdrukking van rang,
stand of hoedanigheid, van gevoelens, van autoriteit, van een fictief of
echt figuur of, meer algemeen, van eigenschappen die eigen of
aangenomen zijn.
Een vos pakt een masker, Emblematum liber, zestiende eeuw
Romeinse theatermaskers, mozaiek, ca. 100 v.Chr.
Een masker onderscheidt zich van de sluier en van louter make-up. Een
masker is veeleer homogeen en in één stuk afneembaar. Maskers worden
gemaakt van allerlei stoffen, zoals hout, metaal, veren, dierenhuid en
aardewerk.
Het Latijnse woord 'persona' betekent masker. Het woord 'persoon' is
hiervan afgeleid, en betreft de totale bepaling van het zelf ten aanzien van
de andere, wat een veel ruimere definitie is. De essentie van de
persoonlijkheid dient als bepaling voor het rechtsbegrip 'identiteit'.
Bron: WikipediaWayang Topeng Maskertje, waarschijnlijk een
vijand die moet worden bevochten, echter er niet al te kwaadaardig uitziende.
Masker in de Dikke van Dale :mas·ker (het; o; meervoud: maskers)
1bedekking van het gezicht om dit onherkenbaar te maken
2beschermende bedekking voor het gezicht: gasmasker;
schoonheidsmasker in een laagje op het gezicht aangebrachte cosmetische
middelen;
3(dierkunde) toestand van een insect voordat het pop wordt
mas·ke·ren (werkwoord; maskeerde, heeft gemaskeerd)
1bedekken, verhullen of 2/aan het oog onttrekken.
Amulet masker uit Sepikdelta Papua Nieuw Guinea.
Foto; Dit maskertje werd gebruikt tegen kwade invloeden van buitenaf.
Het kon ergens overheen worden gelegd om dat gene te beschermen of
men kon het bij zich dragen, het is te klein om voor het gezicht te
dragen en wordt daarom ookwel als amulet gebruikt/benoemd.
Dit Igbo masker is een masker uit Nigeria. De gezichtsstrepen zijn
scarrificatie (wondlittekens) tatouages. Deze waren bedoelt als
herkenningsteken voor ,leeftijd ,status en stamgebied waar men
vandaan kwam.
Bij deze stam werden de tanden ook gevijld als teken van schoonheid,
dit zie je terugkeren bij de Phillippijnse en Aziatische stammen en ook
bij enkele stammen uit Indonesie. Waarschijnlijk werd dit masker
gedragen om de meisjes te initieren en in een hogere leeftijdsgroep
welkom te heten.Sri-Lanka/ India :
foto; DewiShri Medicijnmasker om hazenlip en
misvormingen bij geboorte te voorkomen raakten de zwangere vrouwen
het masker tijdens de rituele samenkomst aan. Het masker is dan ook
verdonkerd waardoor de prachtig felle kleuren niet meer zijn te zien.
Bovenop het masker zitten nog vele andere maskergezichtjes, allemaal
met een of andere misvorming. Ik neem aan dat de zwangere vrouw ook
een maskertje extra aan kon raken om een specifiek soort van
misvorming te voorkomen.De bovenste gezichten zijn dan ook
groenbruin van het vele aanraken.
Dit is een Draversmasker van het Poro-initiatiegezelschap uit de
(foto poromasker Dan; Ivoorkust van West-Afrika.).
Het masker was een boodschapper met geheime boodschappen voor de
geheime genootschappen waar jonge mannen tot volwassenen werden
opgeleid in grote geheimhouding. Het is een vrouwengezicht. De dikke
spijker bovenin is er om een heel pak van raffiadraden aan vast te
kunnen hangen zodat het grootste gedeelte van het lichaam van de
drager wordt bedekt. In de zijranden zitten vaak gaten geboord of
gebrand om er kleding ,raffia of plantenvezels aan vast te kunnen
knopen. Niemand mocht weten wie de drager van het masker was,
zodoende !Senoufo Masker uit de Ivoorkust van West-Afrika, genaamd Kpelle Yehi.
Om stervenden of overledenen goed te begeleiden naar het land der
gestorvenen werden deze maskers ingezet. De vogel op het hoofd is een
symbool van het hiernamaals en heet Kalao of Hoornraaf.
Waarschijnlijk neemt deze de ziel van stervenden of gestorvene mee
naar het zielenland. Maskers zijn vaak licht zodat het zo niet te
vermoeiend is om ze lang te dragen. Ook zijn ze van binnen best glad
zodat het gezicht niet beschadigd. Vaak moest je er doorheen kunnen
blijven zien.Er zijn verschillende typen maskers, de belangrijkste zijn;
Gezichtsmaskers: (schmink, grime, mime en make-up ook) de meeste
droeg je gewoon voor je eigen gezicht.
Voorhoofdmaskers: deze droeg je op je voorhoofd, meestal schuin en je
moest er vaak onderdoor kijken.
Opzet maskers: Boven op je hoofd op een hoed vastgemaakt of met
touwtjes aan je hoofd of werd via een compleet -over het gehele
lichaam vallend kostuum- aangedaan. Overigens zijn de maskers die wij
zien in musea en boven getoonden niet compleet, er horen vaak
attributen en pakken bij om het geheel goed aan te kleden, nadruk lag
wel vaak op het gezicht van het kostuum, dus op het Masker.(Hieronder
reken ik ook de zgn Gelede ea Helmmaskers) op het hoofd en over het hoofd noemt men het opzetmasker een klok of -stolpmasker.
Amulet maskers; kleine masker die als hanger om een ketting werden
gedragen of gemonteerd op messen, wapens en andere voorwerpen.
Ook ringen en goudgewichtjes kunnen een maskertje ter afweer dragen.
(Zeer kleine maskertjes of op voorwerpen gekleide bewerkte
miniatuurmaskertjes etc..)
Stolp of Klokmaskers: Deze konden geheel over het hoofd gezet worden
gedragen alsof je met je gezicht zit opgesloten in een kastje of klok.
Bijvoorbeeld bij de Mende gemeenschap op Sierra Leone Westkust
Afrika.
Stok of voorzetmaskers: Deze oogblinden zoals bij Zorro of islamitische
sluiers hebben een stokje of uitstolps/steeksel waarmee je ze vast en
voor het gezicht kunt houden. Denk aan de Venetiaanse en/of
middeleeuwse hof feestjes, aan carnavals en costuumpartijtjes.
Soms ook als amuletmasker met een stokje eronder om het voor je
gezicht te houden.
Portretmaskers: Maskers die van een vorst of heilige of held werden
gemaakt uit respect of ter verering van deze. Bij de Makonde van
Mozambique heb je die in de vorm van zogenaamde Lipoko maskers.
Bij de Benin had je bronzen of Cire Perdue gegoten koningsmaskers.
Maskers in gebouwen: Om boze geesten of invloeden af te weren sneed
men vaak in de grondpalen van een mannenhuis -of huis- een of
meerdere (geestes) gezichten. Soms zelfs zo prominent dat het gebouw
wel op een gezicht lijkt bijvoorbeeld ook zo in Thailand op haar witte
pagoden en op het Huis Tambaram (mannenhuis) in Abelam in Sepik op
Papua Nieuw Guinea.
Foto; Geel rood Makonde Lipoko portretmasker van moslim mufti
met Turkse/Egyptische hoed. Waarschijnlijk geinspireerd op de toenemend islamitische invloed (Othman) in Mozambique sinds Stanley en Livingstone.
Licht balsa achtig hout en mooi naturelle pigmentkorrels. Baardharen zijn van echt
mensenhaar uit Afrika.
Maskers in gebouwen:
foto; Hierboven zie je de (Yamgeesten) maskers beschilderd op een
mannenhuis frontgevel in Abelam midden Sepik gebied in Papua Nieuw
Guinea.
Klok of Stolpmasker van de Mende gemeenschap uit Sierra Leone, Afrika
Omschrijving van maskergebruik,
voorbeeld 1:
Zulke Helmmaskers werden meestal in opdracht van vrouwen gemaakt
en door hen ook gedragen. Ze zijn verbonden met het socialiseren en
opleiden van jonge vrouwen en hun besnijdenisceremonien. Deze
rituelen worden geleid door het Bundu of Sande genootschap.
Oudere vrouwen dragen deze maskers tijdens het be-eindigen van de
initiatieceremonie om zodoende de vruchtbaarheid en het respect
voor de patroonheilige -Sowei genaamd- te benadrukken.
Bron: Zemanek Katalog 178 page 35.
Er zijn ook maskers die het hele lichaam -een compleet masker dus-
bedekken, denk aan de mysterieuze Duk-Duk maskers en aan de
Moddermaskers waarbij het gezicht met van klei bedekt masker en het
lichaam geheel met modder en klei was ingesmeerd zodat het geheel op
een aardmannetje lijkt.
These masks are from Malaysia and were created by the Tolai for
ritual ceremonies of their secret societies. These societies organized
periodic rituals to reorganize social order, which was based on the
initiation of men. These two masks are associated with the feminine
(Tubuan) and the masculine (Duk-Duk). The first mask, Tubuan, is
composed by a wood structure surrounded by many large leaves. A cone
shaped piece of wood is on the top with two large wide open eyes
painted in white pigment and a short pendentive. The second mask,
Duk-Duk, is similar to the previous one in shape and materials.
However, here we find the feathers and a wood pendentive higher than
the previous one.
Bron: vatican-patrons.org/wishbook2009/3/7.htm
Bron:forumbiodiversity.com
Hierboven Modder Stolp-Masker Papua Nieuw Guinea
hieronder:Wikipedia)
(Bron:The Asaro Mudmen come from just outside the village of Goroka in the
Eastern Highlands Province of Papua New Guinea);
Legend has it that the mudmen were defeated by an enemy tribe and
forced to flee into the Asaro River. They waited until dusk before
attempting to escape. The enemy saw them rise from the muddy banks
covered in mud and thought they were spirits. Most tribes in Papua New
Guinea are very afraid of spirits, so the enemy fled in fear, and the Asaro
Mudmen escaped. The Mudmen then went into the village to see what had
happened, not knowing the enemy tribesmen were still there. The enemy
were so terrified they ran back to their village and held a special ceremony
to ward off the spirits. The mudmen could not cover their faces because
legends say that the people of Papua New Guinea thought that the mud
from the Asaro river was poisonous. So instead of covering their faces with
this alleged poison, they made masks from pebbles that they heated and
water from the waterfall, with unusual designs such as long or very short
ears either going down to the chin or sticking up at the top, long joined
eyebrows attached to the top of the ears, horns and sideways mouths.
Asoro man holding his mask.
Bron :Asaro_Mud_Man_Kabiufa_PNG
Volgens overleveringen werden de moddermannen verslagen door een vijandige stam en zo gedwongen te vluchten in de Asaro rivier. Ze
wachtten tot het schemerde voordat ze poogden te ontsnappen. De
vijand zag hen omhoogkomen uit de modderbanken van deze rivier en
dachten dat het geesten waren.Omdat de meeste stammen in Nieuw
Guinea aan geesten geloven en daar bang voor waren vluchtten zij voor
hen weg, zodoende konden de Asoro moddermannen ontsnappen aan
hun vijand. De moddermannen gingen het dorp binnen zonder te weten
dat de vijandige stam daar nog wel was, om te kijken wat er was
gebeurd.Deze waren al geschrokken maar vluchtten nu hard weg naar hun eigen dorp
en hielden daar als afweer tegen de moddergeesten een ceremonie.
Omdat het modder giftig was konden de mannen zich er niet hun gezicht
mee insmeren dus bedachten ze dat ze van klei stolpmaskers konden maken
met allemaal verschillende vormen, oren, zwijnstanden, tatouages,
scheefstaande monden, noem maar op.
Verklaring van Vatikan.org Duk-Duk maskers en onderstaande foto;
Deze maskers uit Melanesie werden gemaakt door de Tolai voor rituele
ceremonien en hun geheime genootschappen Duk-Duk genaamd.
Deze genootschappen organiseerden periodieke rituelen om de sociale
orde te herstellen welke was gegrond op de initiatie van de mannen.
Ze werden geassocieerd met de vrouwelijke aspecten Tubuan genaamd
en met de mannelijke Duk-Duk genaamd.
Het masker links Tubuan is samengesteld uit een houten structuur
waaromheen vele bladeren.
Het is een conische masker net zoals ook de Duk Duk rechts, behalve
dan dat deze meer met veren versierd werd en de houten basis hoger
was dan die van de vrouwelijke pendant.
Maskers konden soms ook met de mond worden gedragen, dmv een bijtstuk of houtje in het masker aan de binnenzijde verborgen. Zo is er een masker uit Leti (Bahau Hudoq maskers Borneo ook) en zijn er bij de Dogon van Mali grote maskers met een bijtstok als houvast.
Hoogland Papua's hebben gevlochten amulet maskers die ze tussen hun
tanden klemmen om meer jacht geluk of succes bij het koppensnellen te
hebben.
Make-Up (Grime en Mime zijn ook gezichtsmaskers) der natuurvolken
(m.n. De Zuid-en Noord Amerikaanse Indianen) is natuurlijk grime of
mime voor bij bepaalde ceremonien en feesten, of als men ten strijde
trok. Zelfs de Schotse Hooglanders droegen bij oorlog een blauw
pigment op hun gezicht.
Navy-seals smeren hun gezichten in met camouflage kleuren als
momentum tot de aanval en om niet snel herkenbaar of zichtbaar te
zijn voor de vijand.
Maori droegen varenkrullen litteken tatouages zodat hun gezicht
onherkenbaar werd. Of juist nog herkenbaarder hierdoor want alleen
echte bewezen heldenmoed veroorloofde als prijs zo een Ta Moko.
Halfbloed Maori's mochten dan ook alleen maar een halve Ta Moko
dragen op een helft van het gezicht links of rechts van kruin tot kin.
Er wordt wel eens verwezen naar de spiraal motieven van de Dongson
cultuur, hiervan zijn er aan de Melanesische kusten fragmenten
gevonden. Ja Sepik laat ook in haar kunst die spiraalmotieven de
overhand voeren.
Janus-hoofden, vaak ter symbolische dubbelziel dus dubbel krachtig of
herinnerend aan het Tweeling aspect dat vaak (mn. in Afrika) als
krachtig werd ervaren zolang de Tweeling leefde, zijn ook een motief
dat vaak terugkeert in maskers.
Materialen kunnen bijna overal vandaan komen. Geweven textiel,
raffia, pandanusbladen, kokosnootvezels, blik, goud op koper,
zandsteen, klei en make-up rode aarde, oker, as van haardvuur,
koolroet ga zo maar door. Vaak zijn er combinaties van mens en dier in
maskers te herkennen, Hoorns van Yak of Zeboes of bokken, runderen
etc.
Mensenhaar, dierenhuid met haar en zelfs het gehele gezicht in de vorm
van gezichtshuid werd over maskers heengetrokken, zoals bij de Ekoi
van Kameroen en Nigeria en tevens duidelijker zoals bij de
voorouderschedels uit Papua Nieuw Guinea, Sepik zowel als die van de
Asmat of de Marind Anim eveneens uit Nieuw Guinea.
Zelfs vanwege de tatoeage en haar betekenis voor de stam
prepareerden de Maori ,schedels van stamhoofden en verslagen
vijanden met grote faam. Lipoko maskers waren vroeger misschien ook
in een vergelijkbaar kader denkbaar, en zo ook de koningsmaskers van
Benin. In het hoofd of in het aangezicht zit volgens overdracht uit
overleveringen oerkracht Dema, Mana, geestkracht en Dynamisme.
Moko Tattoo Spiralen
Jomon Pottery Spiral alike the Dongson on Bronze (Money or currency
Drums).
Schedel verering in Biak in de vorm van schedelcontainers en de hele
korwar stijl die hieruit ontstond, staan natuurlijk ook in verband met
maskers, maskers van overledenen in concrete en niet in indirecte zin.
Foto van litho; Hieronder, Korwar Litho:Korwar is een voorouder schedelhouder om de
schedels van belangrijke stamoudsten mee te kunnen raadplegen,
een soort reliekaltaartje, dit dus in mn Biak, Papua Nieuw Guinea.Verschillende manieren van schedelbewaring/verering De Clerq.PNG
1/onderaan midden schedel in korwar reliek 2 /daarnaast schedel bewaring in mand.
Hieronder ziet u in het verlengde van maskers als compleet gezicht een
Januskop met (mensen)huid overtrokken.
Ekoi masker uit Nigeria:
Bron: foto Wikipedia
Ook de enorme hoorns -vaak teken van overvloed – zijn hier trotse
bewerkte runderhoorns.Naast het aspect van opzet masker krijgt het masker hierdoor nu wel
een hele euforische belevingsklank.Hoofden op hoofd. Gevlochten korfbasis welke boven op het dragers- hoofd moet worden bevestigd met daaraan nog een kostuum
vastgeknoopt.Ook die combinatie met het dierenrijk, 'zie de vier samengestelde en
gekromde hoorns', is hier van toepassing, mensenhuid en gezichten
zorgt voor een dynamisch gebruik en griezelig veel inhoud. In dit
masker ziet men dus de vele overlappende stijlen in een samengevat.
Foto tekeningen; Hieronder geschminkte maskers van Zuid-Amerikaanse Indianen:
Compilation of pictures of Native Brazilians from the tribes Assurini, Tapirajé, Kaiapó, Kapirapé, Rikbaktsa and Bororo-Boe. Bron: Wikipedia .
Maskers
De man die vrolijk met zijn masker speelde
Totdat het uur sloeg dat zijn waar gelaat
Muurvast één leven met zijn masker deelde:
Als kind al maakte dat verhaal me kwaad.
Zoiets was zuur. Straks, als ik groot zou zijn,
Zou ik bewijzen dat het anders kon:
Dat ieder masker veilig, zonder pijn,
Weer van je hoofd kon, als een capuchon.
En lang heb ik daar heilig in geloofd.
Op niets bedacht hield ik mijn aard verborgen
Opdat die, als mijn speelvuur was gedoofd,
Zuiver zou blijken als de eerste morgen.
Nu ben ik oud, alleen om te erkennen:
't Verhaal is waar. Het masker gaat niet af.
Het is alsof je aan de hel moet wennen.
Het is alsof je kijkt in een leeg graf.
Uit: Gerrit Komrij: Alle gedichten tot gisteren. Amsterdam [etc.]: De Arbeiderspers, 1999, p. 457.Omschrijving van maskergebruik, voorbeeld 2
foto; Hierboven: Ivoorkust West-Afrika Dan miniatuur masker "Ma Go".
Zeer licht hout, bruine patina en kleine beschadigingen door insectvraat.
Miniatuurmaskers zijn de belichaming voor de grote maskers en worden
meegenomen op reis om zodoende met de hulpgeest verbonden te blijven.
Bron: Zemanek Katalog 178 pagina 40
Herkennen van goede maskers dus authenticiteit en gebruikssporen.
Ook wil ik u zeggen dat slechte maskers eigenlijk niet bestaan,
ja voor ons is de grens wel dat we geen Xenos maskertje gaan kopen dat is
bijna beledigend. Maar voor de zich niet met etnografie bezighoudende
burger kan zo'n maskertje als sterk aantrekkelijk worden ondervonden.
Ten eerste Zin-tuigen : (handvaten die zingeven en van zin getuigen om het
zingenot te vertalen of ons te waarschuwen voor gevaar ,etc)
Dikke van Dale zegt: zin·tuig (het; o; meervoud: zintuigen)
1/orgaan dat in staat is uitwendige prikkels op te nemen: oor, oog, neus,
tong en huid.
2/vermogen om uitwendige prikkels op te nemen: gehoor, gezicht, reuk,
smaak en gevoel en wel exact in elkaars volgorde.
W N T (woordenboek der Nederlandse Taal);
1/Elk van de organen die prikkels uit de buitenwereld opvangen en via
zenuwen doorzenden naar een bepaald deel van de hersenen waar ze in
gewaarwordingen worden omgezet zoodat kennis van die buitenwereld kan
worden verworven. Gewoonlijk worden vijf zintuigen onderscheiden:
gehoor, gezicht, reuk, smaak en gevoel.
2/Vermogen om de eischen, mogelijkheden en essentie van (niet met de
zintuigen (1) waarneembare) zaken, m.n. op het gebied van kunst,
godsdienst, moraal en samenleving waar te nemen en naar waarde te
schatten, alsmede het vermogen om in de praktijk naar dit inzicht te
handelen; gevoel. 3/ Zinnelijke driften, lustgevoelens. Slechts eenmaal aangetroffen.
4/Datgene wat gebruikt wordt om iets te doen, om een bep. doel te
bereiken; werktuig.
5/Symbool, zinnebeeld .
Slechts eenmaal aangetroffen.Voor de verzamelaar is natuurlijk het gevoel het allerbelangrijkst.
Iemand kan in een afzichtelijk lelijk ding een enorm zinnelijk genot ervaren
om de lagen die erin liggen of gewoon intuitief.
Intuitief vermogen is misschien nog wel beter dan schoonheidszin.
L'art pour L'art zinneprikkelend schoonheidsgenot?
Vaak is het woord Mystiek (lees Mircea Eliade “het heilige en het Profane”)
meer doorslaggevend in combinatie met intuitie.
Laten we eens lekker eigenwijs beginnen met te Luisteren, het Gehoor dus!
Het gehoor hoezo, zien is toch geloven. Klopt, als men zien als zin beleefd,
maar alle zintuigen moeten 'ja' roepen om een keuze van binnenuit te
kunnen maken. Wij kiezen niet, maar onze zintuigen in combinatie met
ervaring empathie en deskundigheid, kiezen voor ons. Hebberigheid en
opgewonden standjes raken achteraf vaak gedesillusioneerd.
Als u een masker vastheeft, wrijf eens over het geheel en leg uw oor te
luister. Dik hout klinkt dik en licht hout klinkt licht, geribbeld hout
ribbelend, etcetera. Met porcelein wordt het al duidelijker. Porcelein klinkt
als kristal, helder en vaak met hoge stemklank zuiver. Onzuiverheid ga je na
ervaring horen, klinkt het onderbroken helder of dof terwijl het wel
porcelein is dan zoek je naar de oorzaak, een composiet reparatie die de
klank onzuiver maakt, een haarlijntje een glazuurfractuurtje een braampje,
dat hoor je op den duur allemaal.
'Het klinkt als een klok', daarmee geven we aan dat het wel goed zit.
Bronzen vazen, cire perdue gegoten stukken klinken allen mooi als ze goed
gemaakt zijn, ein Guss , in een keer goed zijn gegoten.
Tibettaanse offerschaaltjes zijn tevens klankschalen, als er een gaatje in is geboord om
het aan op te hangen is dat meteen iets wat u hoort. Grootmoeders in tact
gebleven porceleinen bord is een klankschaal. Voodoo in Amerika door
middel van geluid uit voorwerpen te halen en er mede te mediteren en
vroegere geesten mee op te roepen, dat verzin je niet het bestaat. (zie
film:.... https://www.idfa.nl/en/film/dfd8b6de-7f13-467b-84ef-bdad1f1905a6/di%C3%A1rio-de-nan%C3%A1
Brazilian percussionist Naná Vasconcelos is known for his ability to find music in everyday
objects, but for him, the human body is the most important musical instrument of all. In
Diário de Naná, the filmmakers follow Vasconcelos on his quest for the spiritual and ethnic
origins of his music in Recôncavo Baiano, in the north-eastern state of Bahía. There, he finds
a gourd and makes a new berimbau, a string instrument dating back to the period of slavery.
During his search, Vasconcelos encounters different people and their music. He meets children
who make music with pots and pans. He also meets the Zambiapunga, a group which makes
drums out of everyday objects, such as shoes.Mãe Gaiacu Luiza, an elderly woman who is a direct descendant of black slaves, tells him about African-American rituals, and another old lady, Edith do Prato, demonstrates how you can produce an unusual sound with a knife and an earthenware plate. Slowly but surely, we see how various ethnic backgrounds, the colonial past, nature and religious rituals have become lodged in the rhythms of the Brazilian musical tradition).
Hierboven ..Soundmimicry.
Nu wil ik het hebben over aanraken, tastzin dus, uw hele huid is een
tastorgaan, thermostaat, waarnemer. (Ahsley Montague ”de tastzin” Aula)
Patinage, de iridiserende corrosie van regenboogjes op het glas
het crusterende gladde laagje op het beeld met van die mooie
onregelmatige pigmentjes en vlekjes , zoutkristalletjes, oude overwreven
verflaagjes, vervet oker, noem het maar op je kunt het voelen ruiken en
ja soms zelfs proeven.
Het Pateen is een (vroeger zeer platte) schaal waarop het geconsacreerde
lichaam van Christus in de vorm van de Hostie ligt. Raak je het Pateen aan
dan kom je in contact met Jezus, de drieheiligheid. Dynamisme in de kerk,
je raakt in contact met het lichaam van Christus (laatste avondmaal
symboliek en misschien de religieuze pendant van primitief kannibalisme).
Patting betekent zachtjes aanraken. Patinage is de huid van authenticiteit,
een huid die getuigt van mystiek en geleefdheid.Raakt men een in mystiek
geleefde gebruikt object aan dan pat je het pateen en kom je in contact
met iets van de diepere lagen uit ons leven. Je bent een in contactstaande
geworden. Iemand die intuïtie heeft ontwikkeld en empathie voor het
vreemde dat eigenlijk van alle tijden is.
Over etnografische kunst en echtheid oftewel authenticiteit kan ik u
volgende twee via internet te vinden boekjes aanbevelen:
1)THE AUTHENTICITY OF AFRICAN SCULPTURES by Henry Kamer
2)Authenticity of African art by Joseph Cornet
3)In het fotoalbum achterin vindt u duidelijke foto's over gebruikssporen
en patinage.Voorbeelden van patinage:
Een stoel van een belangrijk man, Kameroen Afrika.
Zemanek kat 178.
Buitenzijde; Het gezicht laat een haarlijn zien die afgesleten is. De scherpe gutsjes of
geultjes zijn voorzien van zachte randen en gevuld met gekristaliseerd vuil
,door gebruik en aanraking, zon wind en regen. Het houtsoort was eerst
beige -geel, ingesmeerd met donkere modder of oker of olie en later van
ruw naar glad gepolijst door wrijving en gebruik. De poten zijn onderaan
licht gebleven, daar slijt het dus ook het meest. Dit is nog maar een foto.
Bij etnografische kunstverkopers gebruiken ze de glans truc.
Zwarte achtergrond fotograferen en flitsen en klaar, het lijkt dan heel wat.
Het patina lijkt er dan vaak vanaf te stralen. Maskers die niet aan de rand
of binnenzijde gefotografeerd worden weergegeven roepen ook twijfels op.
Binnenzijde laat nl. patina van dragen, inhaleren, uitwasemen adem, vette
kin, versleten randgaatjes zien. Aanraken , masker op en ogen dicht ,dan
voel je vaak of het goed zit.
Voel je veel splinters of braampjes in het hout, dan zit je meestal fout.
Het moet smooth voelen, niet te glad maar lekker taktiel alsof je het zelf
gaat dragen of gebruiken. De echte kenner kan dus ook de beste oplichter
worden daar hij precies weet wat hij moet doen om iets authentiek te laten
schijnen. Toch ontbreekt het bij de handel =door hun Dollartekens ogen=,
vaak aan echte kennis en gevoel voor de zaak.
Ik liep eens langs een tapijtenzaak met twee nomadenkleden over mijn
schouder heen gelegd. Eentje was een niet al te oude frisgekleurde
Anatoolse kelim en de ander was een antieke Beshir met cochenille en
purper pigmenten erin verwerkt, geweven en geknoopt met Yak- en
Kameelhaar. Hij riep me binnen, kende mijn verzameltik inmiddels goed.
“God wat een mooie Kelim zeg, doe je die niet weg?” En ondertussen wist
ik dat zijn rechteroog van geilheid loensde naar de antieke Beshir.
“Dat andere kleed is niet zo bijzonder, wel aardig maar niet oud” en ....
vooral op mijn gemoed inpratend, denigratie betekent devaluatie en dat
betekent vaak het omgekeerde als U begrijpt wat ik bedoel.
Corrosie is de aantasting van materialen doordat hun omgeving op ze
inwerkt, in het bijzonder de aantasting van metalen door elektrochemische
reacties. Aantasting door puur mechanische invloeden, zoals schuren en
breuk door een botsing of val worden niet als corrosie aangemerkt.
De bekendste soorten corrosie zijn de aantasting van metaaloppervlakken
door zuurstof en water in de lucht, zoals het roesten van ijzer en het groen
uitslaan van koper. Echter, ook in waterig milieu en bij hoge temperatuur
kan corrosie optreden en het kan ook keramische materialen en
kunststoffen betreffen.
Patine wordt grotendeels door het vergelijkbare proces zoals corrosie dat is
veroorzaakt. In de huid, zit zweet dus vet en zout, in bloed metalen, in
dierlijke substanties, aminozuren en eiwitten, welke allemaal bijdragen tot
patinevorming dmv ritueel gebruik en dit zowel profaan als heilig.
Rondom het oog van dit Danmasker hierboven zijn zeer verweerde donkere
korsten ontstaan door patinage. Het gat linksboven is geheel glad en niet
ruw meer , door wrijving en dus gebruik. Daarnaast zijn er regelmatige gele
hout vlekjes te zien waardoor de dikte van de korst haast zichtbaar wordt.
Natuurlijk is voor ons om authenticiteit te kunnen bepalen juist ook de
contradefenitie van corrosie van belang: Aantasting door puur mechanische
invloeden, zoals schuren en breuk door een botsing of val worden niet als
corrosie aangemerkt, maar zijn voor ons tekenen van gebruik.
In de handel slaat men graag met kettingen over het hout en laat men uitsteeksels grof
afschuren, om het gebruikssporen te geven. Wat ook erg is zijn de vlijtige
huisvrouwen die met boenwas het patine bederven en het tevens moeilijker
maken om deze voldoende te kunnen beoordelen.
In Ghana en op Bali en Java maken ze internationale soorten maskers.
Bestel maar en men maakt het aan de hand van verkoop of
tentoonstellingscatalogi. Men gooit er zuur over om het hout aan te vreten,
stopt maskers in mieren en termietenheuvels als bewijs van vermolmdheid
dus leeftijd, etcetera. Je kunt het vaak wel zien dat het houtblok door vele
handen is gegaan, draaibankschroef afdrukken, onsamenhangende
composities en overdreven benadrukte lichaamsdelen en potsierlijkheden
zijn garantie voor fabrieks-handwerk. In Duitsland maakt men zgn. antieke
bronzen Benin-ringen die ook als zulks verkocht worden.
Chyn Wey Lee/Western Herald African sculptor Lamidi Olonade Fakeye,
visited Western Michigan University on Oct. 13 in Sangren Hall
to showcase his talent.
WNU Symbolen in het masker-gezicht:
Wanneer we kijken naar de gezichten van
mensen uit alle culturen dan valt er iets op,
de universele taal van de flirt, of “kom mee” of
“meen je dat nu echt” of boosheid, verontwaardigd
zijn, devotie, wijsheid, domheid.
Het plakken van etiketten lijkt fout, maar als
men het archetypische van de symbolen der
gelaatsuitdrukking neemt dan is het enigermate
wel ter verduidelijking van en om inzicht te
verwerven in eventuele betekenis van
uitdrukkingen door en symbolen op maskers,
toegestaan. Het woord Phrenologie is hier
natuurlijk niet meer gepast gezien de
beladenheid en het verleden over dit thema
van de leer der mensengezichten en schedels
en de daarop ingerichte onderzoeken waaruit
onwetenschappelijke typologische conclusies
werden getrokken.
Foto ; van het stelsel van Gall's phrenologie: Wikipedia.
De Kin:
– Vooruitstekend: teken van kracht, hier ben ik, aanwezigheid
– Baard: Stamhoofd, Wijsheid, Ouderdom, Koningschap en Moed
(Benin en Ashanti, bij het tonen van moed in de strijd door een man
gedood of onthoofd te hebben mocht man ter onderscheiding een
baard dragen)
– Spleet of kuiltje: Schoonheid, Kracht, Mannelijkheid, Daadkrachtig
De Mond:
-Volle Lippen: Zinnelijkheid, Lust, Eetlust,Gezondheid, Viriliteit
-Smalle Lippen: Bescheidenheid, Wijsheid, bij vrouw Schoonheid en
Beschaafdheid (Lamamaskers Tibet-,Kabuki Theater maskers Japan).
-Vooruitgestoken Lippen of Mond: Sussen, Geruststellen, Aandacht trekken
met de tanden zichtbaar: Sprekende Geesten (Senoufo Ivoorkust)
-Opengesperde Lippen: Koninklijk, Krachtig, Demonisch, Alles verslindend,
(mn, wanneer de tanden, hoektanden goed zichtbaar zijn, Azie, Indonesie)
Honger, Moeheid, Verbazing, Windmaker (NW-Kust Indianen).
-Smalle lippen vooruitgestoken: Geest, Zwijgzaamheid
foto; Mondenlogo van mijn zoekmachine /site http://etnoconverse.punt.nl/
De Oog-Neuslijn:
T
-Is de
lijn prominent aanwezig dan duidt dit mogelijk op een Voorouder-
geest, Vroomheid.
T lijn (oog-balk): Woede, Oorlog, Kracht, Nadenkendheid, Ergernis
-Dunne T lijn (neus-balk): Schoonheid, Hiernamaals (vaak overvloeiend in
-Dikke
vogelmotief, Senoufo, Batak, Timor) Omen, Geestdrager, Fallus of
Vruchtbaarheid (Yaka omhooggekromde neus)
Hieronder; Dikke neus-balk met zijwaards open lus (Ganesha slurf of Vogelsnavel)
Dikke T lijn (neus-balk): Opgeblazenheid,Ras, Jachtbegin, Oorlogszucht
Vechtzin, Volzuigend met Moed, Speurzin, Jachtsucces (vogel-Zwijnsneus
der Dayamaskers van Borneo)Dunne T-lijn vogelmotief Senoufo Ivoorkust foto hierboven
De Ogen:
-Smal en dichtgeknepen: in zichzelf gekeerdheid, overdenkend,listig,
onbetrouwbaar.
-Smalle spleet: geesten, visionair, droom, contemplatieve toestand.
(Senoefo,We,Baule,Ibo,Bambara)
-Wijds open: openheid, betrouwbaar, waakzaam, helder, moed, soms
boosheid of verontwaardiging, ondervragend, dominant, onderwerpend.
(Draversmaskers Dan, Ganesha maskertjes Ceylon,Kali uit India
Nepal,Barong uit Indonesie)
-Vooruitstekende ogen (amandel, kaurievorm): met spleet-voorouderblik,
god of geest met zieners krachten. (We uit Ivoorkust,Punu uit Gabon)
-Ivoor, spiegel of Glas oog: Afschrikkend, Vrees inboezemend, machtig, Al
ziend. (Nkisi beelden,Baga Nalu maskers uit Guinea maar niet met zulke
ogen gezien, wel met spiegeltjes , wel bij Daya maskers Hudoq type).
Aanbevolen literatuur:
-'Mimicry' door Gregory
-'Het uitdrukken der gemoedsaandoeningen
bij Mensch en Dier' door Darwin
-'Der Mensch' door O.Ranke
-'Traite de la Physionomie Humaine' door E.Ledos
-'Das Menschen Gesicht' door M.Picard
- Voor typologie van oren, ogen, neus ,mond is het boek van Ulrich Klever
“Handbuch der Afrikanische Plastik” een aanrader.Omschrijving van maskergebruik, voorbeeld 3:
foto; Ganesha Maskertje uit Ceylon/
Bovenstaande maskertje is een Urn maskertje, althans zat er een met textiel
bekleedt aardewerk potje onder met daar in as. Dat kan wel kloppen want Ganesha
is de Mercurius van India, Ceylon. Bewaker van Begraafplaatsen om voor rust en
bescherming te zorgen, het is een krachtige en wijze god.
Over maskers gesproken;
Shiva sloeg ooit uit woede eens het ware gezicht van Ganesha af en uit berouw, maar
ook uit verwarring plaatste hij per ongeluk i.p.v. zijn oorspronkelijk hoofd een
olifantenhoofd op zijn lichaam. Hij werd dus niet meer zichzelf maar een persona
van het nieuwe gezicht- lees masker- welke hij kreeg te dragen.In “Masks of the Gods” (van J Campbell)
gaat het verhaal van een wijze man, noem hem maar Yogi;
Iedere keer als hij geen antwoord kon geven op een vraag van een verlichte ziel
moest hij iets van zichzelf, zijn eigen lichaamsdelen als offer opeten.
Op het einde van het verhaal eet de goede Yogi zijn laatste arm op en lacht heel
luid: “maar mijn gezicht kan ik niet opeten mijn goede Verlichtte!?” Hij had
begrepen. Zo, het ware gezicht blijft nooit verborgen voor hen die kunnen zien.
De vijf kleine schedeltjes op het maskertje zijn kalapala's (schedeltjes, zie ook
Korwar) met een cobrascherm. Boeddha werd ooit voor weer en wind beschermd
door een reuze cobra die alle wind, regen en zon voor hem afschermde zodat hij
verlicht kon worden, dus niet worden afgeleid. Vele schedeltjes zijn een motief wat
je veel in Tibet, Nepal, Bhutan, India en Ceylon terug ziet. Boeddhistische landen
dus, in bovengenoemde landen werden natuurgoden en demonen geduld onder het
boeddhisme of ze gingen erin op door assimilatie.
De slurf houdt de parel van wijsheid vast. En de rug van de slurf laat een bloem zien,
waarschijnlijk een lotusbloem, 'de Boeddhazetel', het teken voor zuiverheid.
Foto ; Lega Ivoren Lega Amuletmaskertje op dolk-hoes;
Voor meer amulet of miniatuurmaskertjes en toepassingen zie
fotoalbum achterin na de Inhoudsopgave !Verklarende woordenlijst:
amulet• amulet")zelfstandig naamwoord (vrouwelijk) (zie hierboven op dolk)
.Een voorwerp van steen, metaal of andere stof, waarop zekere figuren of letterteekenen gesneden zijn, of waarop eene spreuk gegrift is, en dat men uit bijgeloof om den hals of op andere wijze bij zich draagt, om zich tegen ziekte, verwonding, betoovering en verdere ongevallen te beveiligen.
Niet alleen gewoon bij volkeren van den Mohammedaanschen godsdienst, maar reeds in de
classieke oudheid bekend en nog heden ook bij Romaansche natiën veelvuldig in gebruik.
.Etym. Men verklaart amulet veelal uit arab. hamâïl, een draagband, een koord dat men om den hals draagt, ook gebezigd in den zin van talisman, t.w. ”een met Koranspreuken of tooverformulieren beschreven papier, dat met een koord aan den hals gedragen wordt.” Zie vooral DOZY, Oosterl. 13 vlg. Deze uitlegging kan echter de ware niet zijn. Vooreerst zou zich bij deze afleiding de u in fr. amulette niet laten verklaren. Maar zij wordt daarenboven afdoende weersproken door het feit, dat reeds het oude Latijn amuletum kende, waaruit fr. amulette is voortgevloeid. Het woord komt meermalen bij PLINIUS voor, en wel in den ruimeren zin van beveiligings- of voorbehoedmiddel tegen verschillende kwalen. De oorsprong van het Latijnsche woord is niet bekend, maar in elk geval kan een zoo oude term niet uit het Arabisch zijn afgeleid. Onze kennis reikt niet verder, dan dat amulet aan fr. amulette, en dit laatste aan lat. amuletum ontleend is.
—.Zie voor de etymologie nader KLUGE11; amuletties in de tweede aanh. is misschien gevormd door bijgedachte aan fetisch. Bron: WNT 2012
foto; Mulberry tree bark maskers van Baining
Archetypisch: Een archetype (Grieks: αρχη begin, bron) is een geïdealiseerd oermodel dat ten
grondslag ligt aan latere varianten. Personificaties, objecten of concepten uit de culturele traditie, (drama, de literatuur, de mythologie, religie) of zelfs de geschiedenis (helden) kunnen dienen alsarchetype. Ook zijn er archetypische steden: Venetië als de ultieme waterstad of Parijs als de ultieme metropool. Wikipedia, voor verdieping zie Colofon
assimilatie;1) Aanpassing 2) Gelijkmaking 3) Gelijkstelling 4) Gelijkwording 5) Het
opgaan in een geheel 6) Opneming 7) Opneming van voedingsstoffen 8) Omzetting van
voedingsstoffen 9) Samenvoeging.
Gevonden op http://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/ASSIMILATIE/1
cire perdue: Verloren was (ook gekend onder de Franse benaming cire perdue) is een techniek
om metalen voorwerpen te gieten, bijvoorbeeld in brons of zilver. De gebruikte was hiervoor is doorgaans gietwas of boetseerwas. De volgorde is in het kort: een wassen model krijgt wassen giet- en ontluchtingskanalen, wordt in een vuurvaste massa ingebed, waarna de was eruit wordt gesmolten en de kap gedroogd. Vervolgens wordt in de ontstane holte vloeibaar brons gegoten. Na afkoeling worden de giet- en ontluchtingskanalen afgezaagd en blijft een bronzen afgietsel over.
Nadat het gietsel uit de mal verwijderd is, wordt het afgewerkt door gaten dicht te hameren of te lassen, uitsteeksels weg te slijpen en het vervolgens te patineren. Wikipedia
dema ;The term dema comes from the Marind-anim peoples of south-west Papua and has been
used to refer to similar concepts in Melanesian Religion and elsewhere. Dema Deities are
mythological figures (human, animal, or super-human) who have given to certain peoples their land, food-crops, totems, and knowledge (how to cultivate crops, raise poultry, make boats, performdances, perform sacred rituals, etc.) In some cases, it is claimed that from their dismembered bodies, blood, etc., came the different communities that are now in existence, together with their territory. Both local culture and natural environment remain permeated with the supernatural power of these creative deities. [1] Wikipedia.en
dynamisme ; znw. onz., g. mv. Du. dynamismus (1829 in de bet. 2, D.W.B. 2 ; 1876 in de bet. 1; in de bet. 3 in 1930 of eerder geïntroduceerd in het du. door den Zwitserschen theoloog Alfred Bertholet (1868-1951)), eng. dynamism (1831 in de bet. 2, 1857 in de bet.
1), fr. dynamisme (1834 in de bet. 1, 1932 in de bet. 2). Internationale term, gevormd op basis van gr. δᬚναμιᤜ `kracht, vermogen'. Bij ons ontleend, maar onzeker aan welke taal; in de bet. 3) mog. uit het du.
1.(Wijsb.) Wijsgeerig stelsel waarin wordt aangenomen dat de essentie van de natuur in kracht of vermogen bestaat (tgov. atomisme dat van de stof als eerste beginsel uitgaat).
2. Het dynamisch-zijn, dynamiek. Van pers. en zaken.
3. Leer, geloof dat er zelfstandige krachten werkzaam zijn in levende wezens en zaken.
4. (Psych.) ”Opvatting dat psychisch-physische processen worden bepaald door energiewerking en minder door structuurverhoudingen” (DE HAAN en DEKKER, Wdb. Geneesk. [1955-'56]). ©
2007 INL. Artikel gepubliceerd in 2001.
Fetish-isme; A fetish (derived from the French fétiche; which comes from the Portuguese
feitiço; and this in turn from Latin facticius, "artificial" and facere, "to make") is an object believed to have supernatural powers, or in particular, a man-made object that has power over others.
Essentially, fetishism is the emic attribution of inherent value or powers to an object. Zie ook
ColofonGezichtsmaskers of schmink facial paintings Boas, N.Br Colmbia Indians
grime ; zie hierboven: znw. vr., mv. -s of -n. Uit fr. grime (1694 in de uitdr. faire la grime
`pruilen', 1778 als tooneelterm `rol, personage van oude gek').
↪1. (Theat.) Het beschilderen, schminken van het gelaat van een acteur, of het resultaat daarvan.
V. DALE [1914 ᬶ].
— 't Is fameus goed gedaan, want zelfs door mijn kijker is de grime nog zóó natuurlijk, bepaald alsof 't geheel en al zijn eigen gezicht is, V. MAURIK, Pap. Kind. 82 [1888].
Het Masker (kan) doordat het de expressie in grooter en krachtiger verhoudingen weergeeft, zich een grootere vrijheid veroorlooven, dan door de grime van de akteurs ooit mogelijk is, Masker 2, 54 [1922].Kwele masker met gezicht in hartvorm (zie oog neuslijn) Kaoline,Verenkrans. Congo.
De mise-en-scène in de stijl van Sadler Wells, maar veel beter geschetst en uitgevoerd, was zeer effectvol en de costuums en grime van de acteurs veel beter dan in Londen, Mens en Melodie 3,364 [1948].
Zowel de grime als het kapwerk en het costuum kunnen, hoewel gaarne erkend wordt dat het
meesterschap van de acteur primair blijft, een belangrijke steun zijn bij de verwezenlijking van dat karakter en het scheppen van sfeer, MICHELS en HOFMAN, Grimeerk. 11 [1949].
↪2. Gelaatsvertrekking; grimas.
Maar de oogen, die déden 't: oogleden dunnetjes om kleine, nooit stille, grauw-groene oogen, die àlschrijnend slim uitkeken onder blonde brauwen als kaalgesleten schuiertjes, en niet meededen met de grime van 't gezicht, BRUSSE, Boefje 176 [1903].
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 2001.
inititiatie ; znw. vr., mv. -s. Uit fr. initiation (eind 15de e. in geïsoleerde positie in de bet. inwijding in mysteries', 1732 in religieus verband) of lat. initiatio; eng. initiation (1583), du.
Initiation Het op min of meer ceremonieele wijze opnemen van iem. in een bep. kring, een bep. genootschap e.d., volgens V. DALE [1976] bij natuurvolken inz. als puberteitsceremonie; inwijding van iem., m.n. in religieus verband (tot een geestelijke orde, tot een geestelijk ambt, tot volwaardig lid van de Kerk) en in alg. of sexueelen zin (tot volwassene).© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 2001.kelim; Een kelim is een plat handgeweven tapijt zonder pool met ingewikkelde of geometrische patronen,
meestal van oosterse oorsprong, van de Balkan tot Pakistan en het is waarschijnlijk de vroegst bekende vorm van tapijtkunst. De benaming Kemin is Turks en komt van het Perzische gelim ()گلیم. Er worden verschille vormen van het woord gebruikt; in de Balkan, in het Grieks: (κιλίμι) en in het Koerdisch wordt het berr genoemd.
De voornaamste gebieden van herkomst zijn: Shiraz, Senné en Bidzjar in Iran en Anatolië.
Het bijzondere van de Kelim weeftechniek is, dat de patronen aan beide zijden meestal gelijk zijn, er is dus geen voor- of achterkant. Een kelim kan gebruikt worden als vloer- of wandkleed. Ze worden door moslims ook gebruikt als bidkleedjes. Het meest gebruikte materiaal voor de patronen van kelims is wol en voor de scheringdraden gebruikt men katoen. De traditioneel gebruikte kleuren zijn rood, roze, ivoor, blauw en groen. Wikipedia
mime ; znw. m., mv. -n en -s. Uit lat. mimus (< gr. μμοᤜ) `tooneelspeler; ook: kluchtig tooneelspel'; wel via fr. mime (1520/1534 in de bet. 3, 1560 in de bet. 2); eng. mime (1616 in de bet. 2, 1642 inde bet. 3), du. mime (18de e./midden 17de e. in de bet. 2); de bet. 1) is alleen voor het ndl. geattesteerd. Niet in Mnl. W.
1. Gebaar met een expressieve, oudtijds ook een ritueele beteekenis.
2. Tooneelspeler die zich uitdrukt in gebarentaal en gelaatsexpressie, zonder gesproken woord;
gebarenspeler.
3. Tooneelkunst waarin het spel beperkt wordt tot gebarenkunst, en gelaatsexpressie, vaak met een kluchtigen inslag.
.Yaure en Baule typologie Ivoorkust West-Afrika Bron www.tookalook.comMimicry; Bij mimicry, mimicrae of nabootsing lijkt een dier of plant op een ander dier of plant,
veel meer dan door toeval, levenswijze en gezamenlijke afstamming verwacht mocht worden. Een van beide soorten bootst de andere soort na. Het is een variant van camouflage waarbij het dier de herkenning niet vermijdt maar als iets anders herkend zal worden.
Er zijn verschillende soorten mimicry, waarbij de belangrijkste zijn:
• mimicry van Müller: Verschillende gevaarlijke (bijvoorbeeld giftige) soorten lijken op elkaar
• mimicry van Bates: Op zichzelf ongevaarlijke soorten lijken op gevaarlijke
• agressieve mimicry of mimicry van Peckham: Mimicry door roofdieren van hun prooidier of
andere soorten uit hun omgeving, om zo de prooi te lokken of ongemerkt te kunnen
benaderen. Voor meer zie Colofon
Mystiek (van het Griekse μυστικός, mystikos, 'geheimvol') betreft het hartstochtelijk streven naar een persoonlijke vereniging van de ziel met God. De term mystiek verwijst ook naar de
achterliggende leer over kennis en persoonlijke ervaringen van toestanden van bewustzijn voorbij de normale menselijke perceptie. patina: Van fr. patine, dat sedert de 18de E. voorkomt en waarschijnlijk hetzelfde woord is als lat.
patina, schotel (verg. Pateen). Een eigenaardige laag die zich door oxydatie gevormd heeft op de oppervlakte van oude bronzen voorwerpen, meestal van eene groene kleur en als een verfraaiing aangemerkt. Vandaar ook bij uitbreiding voor eene dergelijke, door scheikundige kunstmiddelen verwekte en nagebootste roestlaag, ook op andere zelfstandigheden.
Afl. Patijnen, patineeren, eene bronskleur aan iets geven (”Aan koperen voorwerpen geeft men
meermalen daardoor eene geelachtig bruine of rood-bruine kleur en eenen zachten gloed, dat men kunstmatig de vorming eener dunne laag koper-oxydul op hunne oppervlakte bevordert. Men noemt ... de bewerking, waardoor zij verkregen wordt, patijnen of patineeren”, KUYPER, Technol. 1,
487; ”Koperen vaatwerk wordt vaak op deze wijze gebronsd of gepatijnd, ten einde er eene
bevallige rood-bruine kleur aan bij te zetten, welke gemakkelijker schoon te houden is dan de
blanke metallische oppervlakte”, Ald.). Zie voor patena liturgisch en taalkundig in Colofon.
Phrenologie: Frenologie (Grieks: φρήν, phrēn, "geest"; and λόγος, logos, "leerstelling",
letterlijk "de leer van de geest") is een, thans geheel verlaten leer, die stelde dat aanleg en karakterbepaald worden door de groei van bepaalde hersendelen. Het karakter zou dan afgeleid kunnen worden uit de vorm van de schedel, die bepaalde knobbels zou vertonen. Hieruit zijn de in het spraakgebruik ingeburgerde termen wiskundeknobbel en talenknobbel ontstaan. De studie naar vorm en afmetingen van de schedel noemt men craniometrie. Wikipedia
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1917.
Profaan ; is een term die wereldlijk betekent in de tegengestelde betekenis van geestelijk of
sacraal, zoals in de christelijke terminologie gebruikelijk is (zie wereld (christendom)). De
tegenstelling komt tot uiting in de uitspraak in Johannes 17, vers 16: "Ze horen niet bij de wereld, zoals ik nie...
Gevonden op http://nl.wikipedia.org/wiki/ProfaanMasker uit Mongolie, monnik, Tsampa feest.
Colofon:
Betekenisverdiepend: Taaltechnisch: en Woordenlijst der Nederlandse Taal;
ARCHETYPE
Carl Gustav Jung heeft het archetype gebruikt als onderdeel van zijn
analytische psychologie. In dit psychologisch kader zijn archetypen
aangeboren mogelijkheden waardoor beelden de neiging hebben zich op
eenzelfde manier te ontwikkelen. Het zijn onbewuste, universele
ideeënpatronen. Zij komen niet alleen in mythen en andere universele
verhalen zoals sprookjes tot uitdrukking, maar ook in dromen. Jungs
ontwikkelingspsychologie gaat dus niet uit van de psyche als tabula rasa,
wat de meeste dieptepsychologen van zijn tijd wel deden.
Archetypen worden los van de menselijk wil geactiveerd, vaak als compensatie van een te
eenzijdige psychische activiteit. Het is echter niet het beeld of de uitdrukking zelf die het archetype uitmaakt: het is een geheel van psychische energie, een soort knooppunt in de psyche, dat verbonden is met het collectief onbewuste, waardoor een concrete invulling vanuit het onbewuste überhaupt mogelijk wordt.
Net zoals het lichaam bij de geboorte éénzelfde basisvorm vertoont, is ook de psyche op een
bepaalde wijze gestructureerd. De gemeenschappelijke structuren van het collectieve onbewuste, de archetypen, zijn als het ware ingegroefd in de psyche door de gelijkaardige ervaringen van alle mensen van alle tijden.
Zoals de instincten de dieren aanzetten tot een gelijkaardig automatisch gedrag, zo worden mensen door de zogenaamde archetypen gedreven tot een automatische gedachten- en gevoelspatroon. Zo zijn er o.a. ‘de Moeder’, ‘het Kind', archetypen die men meedraagt omdat mensen van alle tijden te maken gehad hebben met moeders en kinderen. In intensiteit van ervaring overstijgt het archetype echter de reële moeder. Archetypen zijn als het ware lege matrijzen die pas vlees en bloed worden als ze opgeroepen worden en vervolgens buiten ons geprojecteerd. Zo kunnen bepaalde mensen, plaatsen, situaties, geuren net dat iets hebben dat het archetype wakker maakt. De hoofdfiguren in film en media zijn waarschijnlijk in staat om bij vele mensen een bepaald archetype aan te raken en juist daardoor zo aantrekkelijk of afschrikwekkend.
Het archetype schenkt aan de persoon op wie het geprojecteerd wordt steeds een bovennatuurlijke glans. Deze glans betovert doordat ze iets aantrekkelijk, fascinerend heeft én tegelijkertijd iets afschrikwekkends en zelfs angstaanjagends. Dit dubbelzinnige effect van het archetype en haar onbewuste werking maken dat een archetypische projectie in staat is om mensen te binden. Het vernietigende charisma van sommige leiderstypes en het verslavende karakter van bepaalde verliefdheden kunnen van hieruit verklaard worden.
Er zijn veel misverstanden over het idee van de archetypen van Jung. Zo wordt vaak over
oerbeelden gesproken maar Jung heeft deze term alleen in zijn eerdere werk gebruikt. Later nam hij afstand van deze term en sprak hij alleen nog over archetypen. Ook denkt men vaak dat het de beelden zijn die men overerft. Maar de beelden worden persoonlijk ingevuld. Het is de mogelijkheid tot het vormen van eenzelfde typen beelden die men erft. Jung schrijft ook dat het archetype an sich niet bestaat. Het is slechts een soort blueprint. Een groep met een archetype verbonden herinneringen wordt door Jung een complex genoemd,
bijvoorbeeld het moedercomplex dat verbonden is met het moederarchetype. Jung vergeleek de rol van archetypen in de psyche met de functie van organen in het lichaam. Beide zijn volgens hem door evolutie ontstaan. [1]
Vijf belangrijke archetypen volgens Jung
• De Persona: de façade die een mens aan de buitenwereld toont, komt niet overeen met zijn
ware ik;
• De Schaduw: de duistere kant van het onbewuste;
• De Anima (vrouwelijk deel van de psyche): dit is bij beide geslachten aanwezig, maar vormt
voor mannen de onbewuste tegenpool;
• De Animus (mannelijk deel van de psyche): dit is bij beide geslachten aanwezig, maar vormt
bij vrouwen de onbewuste tegenpool;
• Het Zelf: geïndividueerd persoon, totale persoonlijkheid. Wikipedia.nl
foto masker; Medicijnman Masker Dan (We) met apen- schedeltje tegen een Yomud Tentvoorhang (Kapanuk) achtergrond aan. Brilmotief en scherpe tanden mooie Patinevorming roodhout pigmentkorsten rondom ogen. Spleet balk ogen dus waarschijnlijk een voorouder geest (zie Gezichtssymboliek) Hier is goed te zien waartoe de gaten in de
maskerranden dienen kunnen!!
Fetish: Initially, the Portuguese developed the concept of fetishism to refer to the objects
used in religious cults by West African natives.
The concept was popularized in Europe circa 1757, when Charles de Brosses used it in comparing
West African religion to the magical aspects of ancient Egyptian religion. Later, Auguste Comte employed the concept in his theory of the evolution of religion, wherein he posited fetishism as the earliest (most primitive) stage, followed by polytheism and monotheism.
That said, ethnography and anthropology would nonetheless classify some artifacts of
monotheistic religions as fetishes. For example, the Holy Cross and the consecrated host or tokens of communion found in some forms of Christianity (a monotheistic religion), are here regarded as examples of fetishism.
In the 19th and 20th centuries, Tylor and McLennan, historians of religion, held that the concept of fetishism fostered a shift of attention away from the relationship between people and God, to focus instead on a relationship between people and material objects, and that this, in turn, allowed for the establishment of false models of causality for natural events. This they saw as a central problem historically and sociologically. Wikipedia.en
Practice
A voodoo fetish market in Lomé, Togo, 2008
Theoretically, fetishism is present in all religions,[citation needed] but the use of the concept in the study of religion derives from studies of traditional West African religious beliefs, as well as from Voodoo, which in turn derives from those beliefs.
Blood is often included[according to whom?] as a particularly powerful fetish or ingredient in
fetishes. In addition to blood, other objects and substances, such as bones, fur, claws, feathers,
gemstones and crystals, water from certain places, certain types of plants and wood are common fetishes in the traditions of cultures worldwide.[citation needed]
Fetishes were commonly used in Native American religion and practices.[1] The bear represented the shaman, the buffalo was the provider, the mountain lion was the warrior, and the wolf was the pathfinder.[1]Secular fetishism
The 19th century saw the introduction of two theories of fetishism outside what was typically
considered religion. The first was Karl Marx's idea of commodity fetishism, in which objects are imagined to dictate the social activities that produce them. The second was Alfred Binet's term sexual fetishism, the sexual attachment to an object in place of a person. Scholars have continued to develop these theories ever since, and they have influenced anthropologists' understanding of fetishism in general. Wikipedia.en
foto; Bahau Hudoq masker met hagedisvormige oren. Vooruitgestoken kin (macht) Vogelsnavel mond en vingerachtige neusbrug. Binnen de snavelmond gewone geblokte contrasterende tanden.
Ogen hebben waarschijnlijk glas schelp of spiegel om de pupillen gehad en er zat ook een
gevlochten rotan hoedje bovenop gemonteerd. Zo'n hoedje droeg de Dalang (preister) van de Daya uit Borneo (Indonesie) ook. Dit masker werd gebruikt om de goden, geesten (soms specifiek bijnaam bekend) te bedanken voor het voedsel al die tijd en smekend om een goede rijstoogst voor dit jaar! Vaak droegen de maskers originele kostbare ringen of Dayak cire-perdue gegoten oorbellen.
(Litteratuur; Wilken “Animisme” en A. Kruyt & Adriani 'Verspreide Geschriften 'etc)
Referentie: Masks of Kalimantan by Michael Heppell.
MANA
1) Bovennatuurlijke macht 2) Bovennatuurlijke macht in de opvatting van vele
natuurvolken (melanesisch) 3) Macht bij natuurvolken 4) Magie op de eilanden van
de stille oceaan 5) Morgen 6) Rivier in ethiopië 7) Toverkracht 8) Voornaam
Gevonden op http://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/MANA/1MASKER
Modern lemma: masker
— in geheel Vlaanderen gewoonlijk MASSCHER (ook MASSCHEL: zie DE BO
[1873]) —, znw. onz.; vroeger soms m. of vr. In het Mnl. nog zeer
weinig voorkomende (VERDAM geeft 4, 1202 één voorbeeld waar in
maschre schijnt te beteekenen vermomd of iets dergelijks). In het Fr.
is alleen de vorm masque aangewezen, en deze is ontleend aan it.
maschera of mascara (Dict. Gén). Waarschijnlijk heeft de Fransche
vorm eerst ook eene r gehad, en wellicht is die vorm bewaard
gebleven in dialecten waaraan het Nederlandsche woord is ontleend
(verg. over het verdwijnen van eene r in eene positie als hier: NYROP,
Gramm. hist. 1, § 361). Door DOZY (Gloss. 305) is de afleiding van it.
maschera uit arab. maschara krachtig verdedigd: het Arabische woord
beteekent o.a. een nar, iemand die zich gek aanstelt, een
grappenmaker. Het begrip van de vermomming van het aangezicht zou
in dat geval niet het oudste wezen (verg. ook MASKERADE), het woord
zou in de eerste plaats moeten hebben aangeduid het belachelijke in
iemands kleeding en gedrag.
— Daarop valt inderdaad de meeste aandacht in de volgende plaats van
HUYGENS, waar hij zegt dat hij eene nieuwe mode eerst dan volgt
wanneer de oude bespottelijk is geworden: ”Laet het niewe door-
gejouwt zijn, Laet het oude soo veroudt zijn Dat het op het jouwen
stae, En by 't niew in masker gae, Eer wy 't niew voor 't oude kiesen”,
HUYGENS 1, 198 [1638] (verg. de noot: de niewe wijse ... niet eer
involgende dan d'oude belacchelick werde). — Intusschen is het begrip
van vermomming reeds spoedig het hoofdbegrip geworden.
+ ↪ 1. Iets waardoor men het aangezicht onherkenbaar maakt, hetzij een mombakkes
van karton, hetzij een lapje van zijde, satijn of fluweel, dat den vorm van het gezicht
heeft en waarin openingen zijn voor de oogen en den mond.
De schoonheden van de Herderinnen (bleven) in een wangunstig Masker opgesloten, V.
HEEMSKERK, Arc. 4.
Tusschen 't Masker en 't kindoekje, Ald.
Het masker, met een spelde aan de tuiten vast gespelt, daalde soetelyk ter zyden
langs het hooft af, 174.
Ten laetsten het mom-aensicht ende den masscher af-genomen zijnde enz., V. HOUCKE,
Tribul. 522.
Hy vergunde haar nooit, dat ze haar voeten zette buiten de deur Als ... met een masker
of een floerse kaper veur, bij V. VLOTEN, Kluchtsp. 3, 120.
Het aensight was heel à la mode geblanket, nochtans met een masscher bedeckt, V. D.
LEPE, Weir. Ydelh.1 24.Chachet Baining Monumentale Boombast in bamboeconstructie beschilderde maskers.Op de tafel ... lag een groot zwart masker, CONSC. 3, 220 a [ed. 1868].
De Spaansche ridder (op een gemaskerd bal) bleef onbewegelijk — het masker verborg
de uitdrukking zijner gelaatstrekken, TEN BRINK, Rom. 5, 40.
↪— Ook in toepassing op de tooneelmaskers bij de Ouden.
De Ouden hadden op hunne tooneelen vierderlei soorten van maskers: comische,
tragische, satyrische en orchestrische, FOKKE, Verz. W. 11, 190 [1803].
+ ↪ 2. In figuurlijke toepassing op een gelaat of op gedragingen, waarachter men zijne
ware natuur verbergt.
't Is eene dolinghe die hun bedrieght, 't is eene valsche masscher, DE BUCK, Boët. 226.
Als 't masker van de deughd so verre niet en streckt Dat het (t.w. zeker gebrek) geheel
en al daer achter kan verschuylen, WESTERBAEN, Ged. 2, 22 [1659].
Het masker van geveinstheit, SCHERMER 293 [1710].
Dat zulk een edel open eerlyk gelaat het masker zoude kunnen zyn van zulk een slegt
hart, WOLFF en DEKEN, Leev. 4, 248 [1784].
(Menschen) die hun gelaat zoo meesterlijk in hun macht hebben, dat het bij hen veeleer
het masker, dan de spiegel der ziel mag heeten, HASEBROEK, W. en Dr. 18.
Tenzij men al wat heilig is ontwijdt Tot maskers, die 't onheilig moeten sieren, BEETS 1,
310 [1835].
Of was dat ... alles maar schijn, comedie — of droegen dan alle menschen maskers?
ROBBERS, B. Bandt 220.
↪— Onder (soms ook achter) het masker t.w. van datgene waarvan men zich als masker
bedient.Wat voor gruweldaaden zy bedreeven ... onder het masker van den Godsdienst, WOLFF en DEKEN, Blank. 3, 316 [1789].
Listig overleg is nimmer gevaarlijker, dan onder het masker van uiterlijke rondheid,
V. LENNEP, K. Zev. 2, 125 [1865]. Waar dweepzucht ... onder 't masker van geloof
... Ons vrije denken wil aan kluisters slaan, V. BEERS, Rijz. Bl. 147 [1880].
Lieden die achter het masker der onpartijdigheid hun gebrek aan overtuiging of wel aan
oprechtheid verbergen, VUYLSTEKE, Proza 1, 145.
↪— Ook het verwijderen van het masker, waardoor iemand wordt ontmaskerd, wordt
vaak in figuurlijk verband vermeld.
Hy (t.w. Leicester) worp ... nu 't masker daarheen, en pooghde sint zighbaarlyk hun ...
den voet te lichten, HOOFT, N.H. 1147 [c. 1645].
Zy (versmeten) wel haest het masker van de tucht, DE DECKER 1, 38 [1656].
Het Masker vande Wereldt afgetrocken, titel v.e. werk v. POIRTERS.
Godsdienst en Zeedelykheid zyn veracht: het masker, waar mede veelen zich nog
bedekten, wordt verworpen, WOLFF en DEKEN, Leev. 6, 212 [1785].
Huichelary (heeft zy) meermaal het stemmig masker afgeligt, achter WOLFF en DEKEN,
Blank. 2, 9 [1787].
Nu en dan had men den moed om eens een masker aftescheuren, 3, 374.
Legt af dat masker vol bedrog! BILD. 4, 46 [1808].
Nu ... rukte (men) hem het masker van schijnheiligheid af, V. HEMERT, Lekt. 2, 139
[1804].Nieuw-Brittannië (Engels: New Britain), vroeger Nieuw-Pommeren is een eiland in Papoea- Nieuw-Guinea. Het is het grootste eiland van de Bismarck-archipel. Het is 35.742 km2 groot en het hoogste punt is 2440 meter.kaartje van twee bovenstaande masker afkomst gebieden met uitleg en bron in de text vermeld op de foto naast het kaartje!
Hij heeft het masker, nu het toch opgelicht was, voor goed weggeworpen, V. LENNEP,
K. Zev. 5, 290 [1865].
De maskers te laten vallen, en, franchement revolutionair enz., KUYPER, Program 294
(zie ook 34).
Maskers af! poëem WNT
↪3. Bij overdracht: een gemaskerde.
Ik (heb) ... met haer gevaeren Na plaetsen, daer men wist dat maskers welkom waeren.
Hoe dat sy was vermomt, ik had haer wel gekent enz., DROSTE, Overbl. 51.
(Zij) hadden zich tusschen de maskers begeven (t.w. op een gemaskerd bal) en schenen
zich wel te vermaken, TEN BRINK, Rom. 5, 42.
↪4. Als purisme voor larve, t.w. bij de gedaanteverwisseling van insecten en van
sommige wormen (verg. SCHLEGEL, Dierk. 2, 213 [1858] en SCHLEGEL, Dierk. 2, 479
[1858]); ook bij amphibiën spreekt men van maskers (SCHLEGEL, Dierk. 2, 52 [1858]).
In den eersten toestand, waarin het insect, als het ware vermomd, in min of meer
wormvormige gedaante zich kruipend voortbeweegt, draagt het den naam van
masker of larve, BURGERSDIJK, Dieren 3, 287 [1873].
5. Als naam van sommige voorwerpen die voor het hoofd worden gebonden, b.v. een net
van metaaldraad bij het schermen om
het gezicht te beschutten: een schermmasker; een slachtmasker, dat bij eene bepaalde
manier van slachten wordt gebruikt, een schietmasker, evenzoo als slagersterm, enz.Senoeufo Masker met pigmenten en scarrificatie Tattoo, Vooruitstekende mond met
tanden (voorouder geest) ,twee uitstolpsels lijkend op beentjes die je vast kunt houden
tijdens het dragen. Hoornraaf en Buffel boven op hoofd. Achtergrond een Gujarat
dansgordel India en een Tekke Torba met cochenile pigmenten. het goed kunnen maken
van een Torba is het bewijs van bekwaamheid voor jonge aanstaande bruidjes die
hiermee laten zien dat ze klaar zijn voor het huwelijk.
↪6. Afdruk van iemands gelaat.
Eene verzameling gipsen maskers ..., genomen naar ”mooije dooden”, BUSKEN HUET,
Rembr. 1, 503 [1882].
↪7. Evenals fr. masque en mascaron een term in de bouwkunde: een kop, phantastisch
van gedaante, gebruikt als versiering; thans onbekend (verg. ook MASKE, 5).
Buyten de lijsten, canten en boorden, Met masschers, morissen, en 't jotsels bendich,
Rijcklijck te chieren ... Met Goude besijden, onder en boven, V. MANDER, Grondt d.
Schilderc. 14, 20.
Afl. Maskeren, gemaskerd, bemasker, ontmasker, vermaskeren (zie die woorden)
maskerloos, onbedekt (”maskerloos, gelijck de Waerheit is”, HUYGENS 1, 48 [1645];
”onbeschaemd geweld, En maskerloosen haet”, HUYGENS 1, 151 [1624]).
Samenst. Maskerbloemen, bij V. HALL (V. HALL, Landh. Flora 157 [1854]) benaming voor
de leeuwenbekken (naar de gemaskerde bloemkroon) maskerdeugd, schijndeugd (”Schijnheiligh' masker-deughd en sal My niet bedriegen”,
HUYGENS 1, 25 [1619])maskerlap, het masker dat oudtijds vaak door vrouwen werd gedragen tot beschutting van de gelaatstint (”Sy (t.w. ”een rycke vryster”) kan van dusend een den Maskers-lap ontbeeren, ... Haer' sproete-plecken zijn onsichtbaer”, HUYGENS 1, 122 [1623]) maskerzwijn (”Het maskerzwijn (Sus africanus), bewoont Kafferland, en
waarschijnlijk ook Madagascar, en heeft aan iedere wang een zeer groot
wratachtig uitsteeksel”, SCHLEGEL, Dierk. 1, 111 [1857]).
— Als tweede lid. Carnavalsmasker (”De andere zoort (van maskers) is gemeenlijk
van bordpapier gemaakt, en draagt de naam van Carnavals- masker; deeze zijn
met allerlei koleuren beschildert, en vertoonen zomwijlen wanstaltige en
aanstootelijke tronien”, CHOMEL 1976 b [1771])
-insectenmasker (SCHLEGEL, Dierk. 2, 479 [1858])
tooneelmasker, bij de Ouden (FOKKE, Verz. W. 11, 192 [1803]); zie ook hierboven onder
5/
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1904.
Mimicry :Bij mimicry, mimicrae of nabootsing lijkt een dier of plant op een ander dier of plant, veel meer dan door toeval, levenswijze en gezamenlijke afstamming verwacht mocht worden. Een van beide soorten bootst de andere soort na. Het is een variant van camouflage waarbij het dier de herkenning niet vermijdt maar als iets anders herkend zal worden.
Er zijn verschillende soorten mimicry, waarbij de belangrijkste zijn:
• mimicry van Müller: Verschillende gevaarlijke (bijvoorbeeld giftige) soorten lijken op elkaar
• mimicry van Bates: Op zichzelf ongevaarlijke soorten lijken op gevaarlijke
• agressieve mimicry of mimicry van Peckham: Mimicry door roofdieren van hun prooidier of
andere soorten uit hun omgeving, om zo de prooi te lokken of ongemerkt te kunnen
benaderen.
Als een onderdeel van een dier een ander onderdeel nabootst, spreekt men wel van automimicry.
Bekend zijn de oogvlekken bij de staart van tropische vissen, die de aanvaller op het verkeerde been moeten zetten.
Een bekend voorbeeld van mimicry in West-Europa zijn de geel-zwarte strepen bij diverse soorten insecten, waarvan sommigen steken. De gelijke tekening van bijvoorbeeld bijen en wespen is een voorbeeld van mimicry van Müller, terwijl het nabootsen van die tekening door zweefvliegen een voorbeeld is van mimicry van Bates. K.Lorentz, Agression.
De meeste en bekendste voorbeelden van mimicry vindt men bij insecten, maar het komt ook voor bij andere dieren en zelfs bij planten. Een voorbeeld van dit laatste zijn de spiegelorchissen, die insecten imiteren om zo hun soortgenoten te lokken. Deze insecten helpen de bloem bij de bestuiving.
Akoestische mimicry
Naast de genoemde visuele mimicry is in onderzoek vastgesteld dat akoestische mimicry onder dieren bestaat. Bepaalde oneetbare nachtvlinders uit de familie Arctiidae maken als reactie op signalen van vleermuizen zelf ultrasone klikkende geluiden. De nachtvlinders die dezelfde geluiden produceren worden na kennismaking met de eerdere soort door de vleermuis gemeden, of ze nu ook oneetbaar zijn of niet.[1] Ook de rupsen van het berggentiaanblauwtje maken gebruik van geluiden om de mieren die zij parasiteren te doen geloven dat zij mierenkoningin zijn. Nana’s Diario, zie in het begin vermeldde IDFA!
Geurstoffen.
Sommige insecten gebruiken geurstoffen om insecten van een andere soort te misleiden.
Er zijn enkele soorten vlinderlarven die als prooi in een mierennest terechtkomen en dan
feromonen afscheiden waardoor ze in plaats van te worden opgegeten juist worden beschermd en vertroeteld door mieren. Bijvoorbeeld het gentiaanblauwtje.
Er zijn roofinsecten die hun prooi lokken met feromonen van de prooisoort. Hetzelfde geldt voor parasitaire insecten, zoals de larven van oliekevers die (o.a.) feromonen gebruiken om een bij te lokken, om daarna mee te liften naar een bijennest.
Stinkzwammen en sommige aronskelken verspreiden een lijkengeur om bromvliegen aan te
trekken die voor de verspreiding van sporen en voor de bevruchting moeten zorgen.
Zie ook
• crypsis
Patina: The eucharistic vessel known as the paten is a small shallow plate or disc
of precious metal upon which the element of bread is offered to God at the
Offertory of the Mass, and upon which the consecrated Host is again placed after
the Fraction. The word paten comes from a Latin form patina or patena, evidently
imitated from the Greek patane. It seems from the beginning to have been used to
denote a flat open vessel of the nature of a plate or dish. Such vessels in the first
centuries were used in the service of the altar, and probably served to collect the
offerings of bread made by the faithful and also to distribute the consecrated
fragments which, after the loaf had been broken by the celebrant, were brought
down to the communicants, who in their own hands received each a portion from
the patina. It should be noted, however, that Duchesne, arguing from the language
of the earliest Ordines Romani (q.v.), believes that at Rome white linen bags were
used for this purpose (Duchesne, "Lib. Pont., I, introduct., p. cxliv). We have,
however, positive evidence that silver dishes were in use, which were called patinæ
ministeriales, and which seem to be closely connected with the calices ministeriales
in which the consecrated wine was brought to the people. Some of these patinæ, as
we learn from the inventories of church plate in the "Liber Pontificalis" (I, pp. 202,
271 etc.), weighed twenty or thirty pounds and must have been of large size. In the
earliest times the patens, like the chalices, were probably constructed of glass,
wood, and copper, as well as of gold and silver; in fact the "Liber Pontificalis" (I, 61
and 139) speaks of glass patens in its notice of Pope Zephyrinus (A.D. 198-217).
Mystiek (van het Griekse μυστικός, mystikos, 'geheimvol') betreft het
hartstochtelijk streven naar een persoonlijke vereniging van de ziel met God. De
term mystiek verwijst ook naar de achterliggende leer over kennis en persoonlijke
ervaringen van toestanden van bewustzijn voorbij de normale menselijke
perceptie.Paardenmasker Gezicht, India waarschijnlijk Gujarat,
papier mache, klei, strooi etc. Vermoedelijk gebruikt
tijdens Juggernaut optocht. Aan het paard zaten net als bij de Chinese Nieuwjaarsdraak vele mannen onder een groot textielpak -aan het masker-,
die als groot paard aan de optocht meededen.Waarschijnlijk Sherpa masker uit Nepal, zeer realistisch, realistische maskers werden vaak gemaakt naar de gezichten van bestaande belangrijke heiligen of monniken en lama's, persoonlijkheden dus.
Maskers Extra:
Bij Maskertypen beschreef ik voorhoofdmaskers en bij de opzetmaskers maakte
ik al de opmerking dat hoedmaskers hier onder vielen, toch wil ik twee subklassen
definiëren. Subklasse 1 Bindmaskers : masker dat als snavel of neus of fallus afweer
ding om of aan het hoofd gebonden kan worden, dit komt al dicht bij hoofdtooien in de
buurt maar is naar mijn mening nog steeds een masker . Nupe neushoornvogel
snavelmasker Nigeria, Bosjesmannen struisvogel ombind kap. Brug met hoorns er op
voor op het voorhoofd om stieren of bokken na te bootsen of misschien zelfs
demonen.Gouden Tanden der Ashanti hoofdmmannen veranderen het gezicht dermate
dat je dit als masker zou kunnen beschouwen ook op Nias heeft met iets dergelijks voor
priesters en hoofdmannen.
Achterhoofd masker, India Nepal etc. in landen waar tijgers, panters mensen aanvallen
draagt men ter afweer achter op het hoofd een masker met grote ogen die echt lijken
te kijken, dit weerhoud het dier ervan om van achteren aan te vallen.
Bij Opzetmaskers zou ik graag (subklasse 2) de Hoed maskers als apparte sub-klasse
zien; Tsampa hoedmaskers Mongolie, Yoruba hoedmaskers, Bambara Tjiwara (-achtige)
maskers.
NGB maskers Niet geheel Gelaat Bedekkende maskers. Zoals het Grebo Vogelmasker
Ivoorkust (zie fotobijlage), Amulet en Stok of Bijtmaskertjes zouden hieronder kunnen
vallen maar dat lijkt me onpraktisch. Systemen zijn natuurlijk vaak elkaar overlappend
in de Praktijk. Het is maar een basis terminologische of deterministische benadering.
Als bijvoorbeeld het cireperdue gegoten hanger masker uit Benin bij de baard
vastgenomen wordt en voor het gezicht gehouden dan kruisen NGB- en Amulet- en
Stokmaskertje elkaar.
(This wooden carving is a ceremonial headdress Gelede masker Yoruba Nigeria
(Hoedmasker) made to be worn by the principal performer in an Efe/ Gelede ritual.
The artist is Etobe of Ketu foto boven Bron Wikimedia ) The hunter would tie the mask
around his head and imitate the bird's movement Bron The full
Wiki
Burtu mask made out of wood and used during bird hunting.
Type voorbindmasker dat ik bedoel, gebruikt bij vogeljacht, vogels denken dat als
je dit over je voorhoofd draagt en je hun loopje nabootst en uit de wind blijft
zodat ze je lichaamsgeur niet ruiken-je een van hen bent- en zodoende kun je ze
door hun nieuwsgierigheid grijpen, wanneer je ze dicht genoeg genaderd bent.Bindmasker Haussa
There are animal costumes which help hunters approach their prey unnoticed until
it is in range of arrow shot. This hunting method is documented in several sets of
rock paintings in South Africa. A scene from rock art in the Witte Mountains,
Herschel District, shows bushmen carrying a framework of woven grass and ostrich
feathers topped with a carved ostrich head. Zie wiki-foto’s.
Hunting masks have a practical use and their wearing is functionally determined. In contrast to the symbolic suggestions of ritual masks, these animal masks worn by hunters are as naturalistic as possible. But they also have supernatural functions. Firstly by imitating the prey the hunter becomes one with it, allowing him to impose his will on the creature he stalks. Secondly by using the powers of the local medicine man to credit the mask with supernatural or magical powers, use of the fetish was an active way of attempting to influence the outcome of the hunt.
The Hausa and the Nupe live in central and northern Nigeria and Niger in an area of savannah.
Before major communal hunts (bago) the hunters gather wearing a bird head dress over a black cloth or goatskin. The head dress is constructed from a wooden core covered with antelope skin and with a padded forehead stump.
The beak of this mask is made out of wood, the top stitched half way down with leather. Resin is clumped to form the eyes and it is embedded with abrus precatorius seeds and red glass beads. The hooded crest is similarly formed.Down the neck of the mask the leather wrapped around the wooden core has been cobbled together with heavy stitches. The mask is held in place on the head by a leather thong through the padded base and a cloth strap around the neck, this way it maintains an upright position as the hunter moves through the savannah.
Sources:
1. African Masks of the Barbier Mueller Collection. Prestel Verlag Munich. 1998.
2. Ann Porteous, Sidewalk Gallery. Tasmania. 2002.
3. Masks of Black Africa. Ladislas Segy. 1976.
Hoedmasker;
Chams often depict incidents from the life of Padmasambhava, the 9th century
Nyingmapa teacher and other saints. Zie foto.
Bijvoorbeeld: The great debate of the Council of Lhasa between the two principal
debators or dialecticians, Mo Ho Yen and Kamalaśīla is narrated and depicted in a
specific cham dance once held annually at Kum-Bum Dshamba Ling, Tibet.
Ze zijn er ook in compleet hoofdbedekkende formaten en met allerlij attributen
erbovenop gemonteerd. Bhutan, Mongolie, Tibet. Bron Wikepedia.
LITTERATUURTIP:
-Grunwedel “Mythologie de Buddhismus” Brockhaus
-Jan Fontein ”De dansende Demonen van Mongolie”
INHOUDSOPGAVE:
INTRODUCTIE BETEKENIS VAN HET MASKER PAGINA 1 t/m 8
Er zijn verschillende typen maskers, ..... Pagina 9 t/m 11
Omschrijving van maskergebruik, voorbeeld 1: Pagina12 t/m 21
Omschrijving van maskergebruik, voorbeeld 2: Pagina21 t/m 23
Herkennen van goede maskers, authenticiteit Pagina23 t/m 25
Het Patina (in de tekst) Pagina25 t/m 28
Symbolen in het masker-gezicht Pagina29 t/m 32
Omschrijving van maskergebruik, voorbeeld 3: Pagina33 t/m 35
Verklarende woordenlijst Pagina36 t/m 43
Colofon (verdieping masker-studie, taal en kunst) Pagina44 t/m 61
Inhoudsopgaaf Pagina62
Foto-album Bijlage Maskers Pagina63 t/m 96
Auteur: Leon Coray, amateur verzamelaar van etnografica
schrijver onder pseudonym Madrason, beheerder van de site
Foto-credits Madrason en allen zonder bronvermelding, en maskers uit collectie
van auteur!
Relevante info kunt U vinden via de tribal art site van mijn hand http://trivialarttribalartta-ta.blogspot.com/
Amuletmaskers :
Links een Lega maskertje uit Congo
Rechts een Dan maskertje uit de Ivoorkust Amuletmaskers binnenzijde Let op het Linkermaskertje van de Lega, met slijtsporen aande randen, gaatjes om aan op te hangen en kleur patine door gebruik.
Het rechtermaskertje heeft wel leeftijd maar nauwelijks patina vorming.
Amuletmaskertje met prachtig naturelle uitstraling, krachtige neuslijn geestesmond
open ogen, duidelijk oneffen relief en gebruikssporen, zie volgende foto's.
Batak Miniatuur Amulet maskertje Sumatra. (Ook verg, gebruik bij de Daya van
Borneo) Oog en Oorranden glad gepolijst door aanraking, ze vormen ook
de buitenste lijnen, dus die van het eerste contact met het object.
De binnenzijde is mooi uitgewerkt en de randen zijn door gebruik glad en rond
met name bij de kinpartij.Kleimaskertje in olielampje (Etrurisch) Syrische woestijn. Doet me denken aan een primitieve smeedoven, links en rechts twee balg-ingangen. Middenin een zuurstof aanzuig kanaal en het gat boven aan in het hoofd als de oven, in dit geval echter
een put voor brandstof. De tin kleur wijst op leeftijd, waarschijnlijk zongebakken.
Was het de Afrikaans Romeinse God pendant van de god Apollo ?
Syrische of Babylonische? Vogelvormig maskertje van een ceramisch
gebruiksvoorwerp. Voorbeeld van toepassing van amulet (achtige) maskertjes. Cire perdue gegoten maskertje.
Hoofdmannen der Benin van Nigeria waren geoorloofd dit amulet sieraad te dragen
aan hun hals. De baard is een teken van moed.( Willet )
De krachtige T lijn krijgt eigenaardige hoorntjes (fronzen) en benadrukken de
oog-neuslijn, teken van kracht. De amandelvormige ogen kijken niet dreigend maar
zelfverzekerd en wakker de wereld in.
De maskertjes van de Lega werden wel eens aan een rekje opgehangen, de
medicijnman vroeg bij belangrijke rituelen om extra veel kracht, hoe meer
amuletmaskertjes hij aan het rek kon ophangen, hoe groter de kans op succes. De
dorpsbewoners stonden hun persona, maskertje niet graag af, er moest dan wel een
reden voor algemeen belang bij spelen.
Op de volgende bladzijden bespreken we het achterblijven van gebruikssporen en
het zichtbaar herkennen van Patinevorming.
PATINaVORMING
De driehoeken zijn licht afgrond aan de randen, Het vuil is op het witte kaoline
binnen de driehoeken goed binnengeslopen. Het luipaardje is al regelmatig
dusdanig beschadigd dat men het heeft moeten monteren (zie achterpoot en staart)
Het frisse roodhout pigment is wijnrood tot bruin geworden door het vet en roet
van gebruik en aanraking. Nalu-Masker van de Baga van Guinea Westkust Afrika.
Type: Voorhoofdsmasker met draad en handen ondersteunt, ze konden van 80cm
tot wel 2 meter groot zijn. Spiegelgebruik de luipaard kijkt in zichzelf en wordt
daardoor krachtig en een met het masker. Boven; een kolanoten en/of medicijn-kistje in de vorm van een halve maan.
Het dekseltje is een soort van maangezicht masker. De typische losenges draad, liaan,
knoop motieven vind je veel terug bij de Bakuba van centraal beneden Congo.
De neusknop is gewoon rond geworden en heeft door veel gebruik haar eigen vorm
en charme meebepaald. Foto's hieronder zijn allen van hetzelfde object omdat dit
zo mooi de combi 'gebruik en patinevorming' uitdrukt.
Kijken is in dit geval geloven en aanraken ook, eveneens ruikt men de sporen van gebruik, een beetje op het oppervlak uitademen, wasemen, en dan rustig ruiken! De ster is nog wel zichtbaar, de slijtsporen zijn mooi rond en de korsten -lichtbeige-
zou je er haast kunnen uitpulken, maar daar vergis je je dan in, het is een geheel
geworden.
Het reliëf van de motieven is haast alleen nog maar zichtbaar door het donkere
patina en haar glans. Als repetitie zo ook hieronder. Iets meer licht, het spreekt voor zich. Hoofdtooi van een Ibeji Tweeling beeldje van de Yoruba uit Nigeria, Afrika.
Het indigo is zwaar beschadigd, je ziet de grondlaag er witgrijs onder uitkomen.
De vlekken op het hout zijn een met het gezichtje geworden. De gekristalliseerde
rose achtige vuilnaden in het haar contrasteren met het indigo. Hierboven een hand van een voorouder geest op een beeldje van de Batak uit
Sumatra. De geelbruin haast zwarte pigmenten stralen er vanaf, geen kwaststreep
zichtbaar onder de loep en een harde oppervlakte laag die echt een is met het
beeldje. Korst zichtbaar rechtsonder en de vingerranden zijn door gebruik niet
meer scherp maar afgerond. De hand vloeit haast in de romp over door wrijving.
Dit Batakbeeldje (een ander dan hiervoor) lijkt met roet of zo te zijn bedekt, maar
het zit echt diep in het hout, ook met je nagel valt er niets te krabben, een dun
maar mooi en glad aanvoelend laagje over een heel licht soort van hout.
Zie de glans en de rondingen aan de rand linksboven.
Voor nu, genoeg gesproken over patinevorming, en nou op verder naar de
maskervoorbeelden op de volgende pagina's.Bamaka Hoed of Masker ? Kameroen. Buidelrat met modderdoek en kralen bestikt op rotankorfje, dat als drager hoed functioneerd. Dit type Hoed (masker) was alleen bestemd voor vooraanstaande mannen uit de gemeenschap.
Opzetmasker van de Bambara uit Mali. Het werd waarschijnlijk op je hoofd
geplaatst waarop al een kussen of kleedje lag en vervolgens met touwen via de
gaten aan de onderkant werd er dan een pak overheen gemonteerd. Modderachtige
verfkorsten zestig cm hoog, slijtsporen en extra boorgaten die uitgesleten zij (op
deze foto niet te zien) Typisch kapsel,oren met patina. Bembe masker uit Oost Congo. Beschadiging aan onderkin, veelkleurig patina,
vlinder brilmotief voor de oog neuslijn. Tatouages gevuld met kaoline, zo ook
rondom de ogen links en rechtsboven. Links en rechtsonder heeft roodhoutpoeder
gezeten, die is er gedeeltelijk ingewreven en donker geworden of heeft losgelaten.
Linksboven zijn zwarte brandsporen geweest met een gat erin langs de ooglijn.
Het masker is monumentaal en ca 110cm hoog 50 breed en 25cm diep. (zeldzaam)Hierboven : Kolam masker uit India, gebruikt bij koningsdrama. Cobra-plu is het
teken van Gautama, bescherming tegen weer en wind tijdens verlichtende
meditatie. Boven de oogspleet ogen geschilderd, iets wat je veel ziet in India,
Nepal, Bhutan, Ceylon. Vrede en dominantie stralen er vanaf. Het masker is niet
oud maar wel gebruikt. De lak laat duidelijk verkleuring zien, het felle rood ooit is
nu donker en het wit is grijs. Uit deze gebieden ziet men ook de typisch grote oren
welke een teken van macht en koninklijkheid zijn, ze zijn overgegaan op
boeddhistische maskers en beelden (of omgekeerd).
We masker van de Dan. Nog met oude lak beschilderd. Vooruitsekende mond
en bolle balkspleten ogen -vooroudergeest-, waarschijnlijk ook een initiatiemasker
van het Poro gezelschap, Ivoorkust West Afrika. Smalle neuslijn, relatief smalle
mond zouden kunnen duiden op een vrouwelijk masker. De worst met
kaurieschelpen om het voorhoofd zou een teken van vruchtbaarheid moeten
uitbeelden. Raffiadraden zien er afgedragen uit. De lippen zijn vet van patine en
afgerond.Lipoko portret masker, reeds vermeld in het bovenstaande verhaal. Scarrificatie
tatouages en echt mensen kroeshaar op het schedeldak in een daarvoor
geprepareerd vlak gemonteerd.
Gesloten ogen, inzichzelf overpeinzende persoon,
dikke lippen (ras) gezondheid en viriliteit uitstralend. Deze maskers werden naar
werkelijk personen gemodelleerd, personen die belangrijk waren voor een
gemeenschap of familielid welke hiertoe (het maken) de opdracht had gegeven.
Je kunt er dus een grote variatie van vinden. Mozambique.
Masker aan onderzijde, uit een stuk hout uitgehold. Randen met enig patina
maar verder niet erg oud. Sjamanenmasker uit Mongolië, nieuw, (kitsch dus) Boombast en geitenhaar met bovenop een paardenstaart in textiel. Doet aan de Bayerse en
Oostenrijks/Zwitserse Perchten maskers denken, sowieso met maskers uit Tibet en
Mongolië lijkt er morfologisch een verband te zijn, misschien vanwege de
bergculturen vroeger. Voorbeeld aangehaald om huid en haar gebruik in maskers
aan te tonen, zoals hieronder zwijnenborstelhaar.
Masker: Zwijnshoofd uit Leti Indonesie. Dit bijt-masker werd benut eenmaal per jaar om de verbinding en het verbond tussen hemel en aarde te herbevestigen voor het nieuwe jaar. Nieuwe geest, nieuwe goede oogst en dergelijke, maar vooral regen tijdens het feestelijk gebruik werd als een positieve revitalisatie van het verbond en dus het leven op Leti gezien. Iemand heeft er ooit her en der wat boenwas tegenaan gesmeerd, helaas, de dood van al het schone patina!.
Toch bestaan er van dit masker misschien maar een of twee wereldweid en twee verwante maskers in vogelhoofdvorm. De draden aan de snuit zijn met jobszaden of tranen en
meerschuimkralen bestikt. De borstelharen zijn werkelijk van een zwijn.
Het zijn echte berentanden (mannetjeszwijn) het hout heeft een mooi patina
vooraan hebben er boven op de neus ook zwijnehaarborstels gezeten.
Het masker schommelt als je hem neerzet. De ogen hebben ivoorschijfjes en
beenpunten die naar voren wijzen. De neusbrug is tevens handvat voor dit
Bijt lees Voorzetmasker. Zie volgende foto.
Bijt(-masker)blok aan achterzijde masker, handvat als neusbrug van het masker.
De god Kali als masker. Waarschijnlijk monumentaal praalmasker tijdens
Nieuwjaarsfeesten in Nepal, Papiermarche en strooi en gips en klei, 68 cm hoog
en 45 cm breed. Kalapala schedeltjesrand op voorhoofd. Slangen en symbolen van
vruchtbaarheid, Vlammen als dikke wenkbrauwen, macht en dominantie, de open
ronde ogen zijn vriendelijk, het hele gezicht is niet angstaanjagend maar spreekt
toch van; Houd je aan de regels en respect, want anders....!Masker met Yakhoofd (boven en onder) en demonengezicht, uitstekende tong heet de mens in Tibet (ook zo bij de Maori, natuurlijk doet men dit gebaar ook bij oorlogsdreiging maar dan wat protserig en wilder) welkom. Blik met edelmetaal gelakt. Koraal en lapus lazuli ingelegde vriendschapssteentjes. Ge-emailleerde tanden en echte hoorntjes van een of ander hertje. Het is Yama die je ook in het grote wiel van het leven vaak op Boeddhistische Thanka's terug kunt vinden.
Zie hoe machtig dit ovale geperforeerde been in amandelvorm je aankijkt. De
draden en alles is erop gesoldeerd en ingelegd. Waarschijnlijk werd het ding aan
gebouwen opgehangen (gevelmaskers zoals bij de Toba Batak en Toradja en Abelam (geschilderd)) als afweer tegen het kwade. Hieronder nog de binnenkant!Verguld gehamerd blik over elkaar gestuikt en gesoldeerd. Yama masker binnenzijde.
Senoufo masker nummer vier in dit bandje.
Dit is er een van zeer hard hout maar hij is niet oud.
Enig verschoten kleur als pigment. Kalao vogel op
het hoofd, mooie poging tot abstractie bij de oorpartij
en zijflanken. Vooruitstekende mond met lipplug,
tanden tonend (voorouder geest).
Masker van een windgod NW-kust Amerikaanse indianen. Cederhout waarin gebruik
is gemaakt van de lijnen om de gezichtsvorm te ondersteunen. Geen ogen, toch
ogen. Nadruk op vooruitstekende mond, blaast geest en wind. Krachtige neus balk,
breder aflopend, teken van kracht, inzuigen van moed. Niet oud, waarschijnlijk
door een Kwakwaiutl indiaan gesneden voor een toerist.
Kabuki papiermache en gips en Japans lacquer-werk, masker voor theater
doeleinden. Japan, Meiyi periode; laatste Samuraitijd pm. 1890.Hierboven:
Ogen van handgemaakt glas en echt mensenhaar van een oude Japanner. De aderen
zijn zichtbaar aan het oppervlak, een zeer expressief en goed geslaagd masker al
met al.
Wayang Wong masker (Bali, Indonesie) , vermoedelijk van Rangda de heks.
Leeuwenachtige kop, mooie polytour en kleurschakeringen. Hardhout lak op
stuclaag, met bladgoud.
Een jaren zeventig of zestig masker, revival cultuur van traditionele kunst
mede geïnspireerd door de Nederlandse kunstenaarskolonie op Bali al vanaf de
deco periode. Grote ogen, openheid, macht, vriendelijke dominantie maar pas op
als je niet wil horen zul je voelen (tanden) zie overeenkomst met kalimasker uit
Nepal.
Papua Hoogland Gezichts masker, masker in al zijn eenvoud en krachtige oervorm.
Verweerd en gebruikt (doet me sterk aan Newar Sjamanenmaskers van Nepal
denken). Open mond, open ogen, krachtige neuslijn en langerekt geestesgezicht,
waarschijnlijk een machtige voorouder?
Batakmasker waarschijnlijk van de Timor Batak Philippijnse eilanden die uitlopen
tot het Sumatraanse gebied. Vooruitgestoken kin, teken van kracht, mooie oog-neus
T lijn. Het is een balk die in mannenhuizen gevonden wordt en te maken heeft met
zeevaarders cultuur en eilandenwereld. De mond heeft hetzelfde als uitstraling,
iets vogelachtigs zoals bij reeds genoemde Bahau Hudoq masker van de Daya uit
Borneo. Vooroudergeest ? Met citroensap behandeld hout, waardoor de grijstint
laag ontstaat. Verweer en patina vorming aanwezig maar niet zeer oud.
Bambara masker Mali (toont overeenkomst in stijl met de Marka)
Gezichtsstrepen tatouages die je ook veel bij de Ngil maskers van Gabon
tegenkomt. Ogen licht vooruitstekend, vierkante spleetbalk duiden op voorouder-
geest. Patina aan boven rand begin haartooi en trapachtig toevoeging is goed, de
randen zijn door gebruik van vierkant naar afgerond gevormd. Op de volgende foto
ziet u de binnenkant van hetzelfde masker, het is gebruikt maar niet zeer oud.
Tandvormige toevoeging loopt met gelijkwaardig gebruikssporen aan de
achterzijde door. Het masker is goed ter dragen aan de binnenzijde afgewerkt.
Sjamanenmasker uit waarschijnlijk Nepal. Lijkt alsof er een spin uit zijn mond
kruipt. Krachtige kinpartij en naar voren gebogen onderkant. Hardhout soort met
glans en mooi patina. Beschadigingen onder aan kin, bij gaten aan de randen, aan
de neus. Strepen als gezichtsmarkeringen ter onderscheiding van doel of type
geest. Hoogstwaarschijnlijk een krachtige voorouder of sjamaan. Vlindervorm ogen
( Chinese Confuciaanse invloed?) duidt op geest. Hoornachtige uitsteeksels
bovenaan geven het geheel kracht maar het kan ook haardracht zijn.
Een latere foto zal (volgende editie) wat beter van kwaliteit zijn. pm 75 cm hoog.
Poro masker van de Dan Ivoorkust (zie het We masker) Open ogen en
vooruitgestoken krachtige lippen, krachthoorntjes en vruchtbaarheidskauries aan
hoofdtooi. Een boodschapper voor de Poro en waarschuwer bij gevaar en brand,
Draversmasker genaamd (hiervoor ook al eerder een type hiervan geplaatst in dit
werkje) Hieronder ziet u de binnenzijde en een kin-detail om gebruik aan te tonen.
Uitgesleten gat en afgesleten randen met patina. Toch wil dit niet altijd zeggen dat
het oud is. Soms maakt men expres slijtplaatsen polijst die en smeert ze in met
soort van smerige boenwas, om het geheel echter te doen lijken dan doet
vermoeden. In dit geval toont de binnenkant de authenticiteit aan en lat de
buitenkant aan patina te wensen over, toch is het vaak de buitenkant die oud wordt
gemaakt, daar kijkt men per slot van rekening het meeste tegenaan.
Masker uit Tanzania ? Gekocht met een ander masker hierna volgend. Muziek
instrument onderdeel met gezicht wat als object drie van de zelfde verkoper
afkomstig was duidt in elk geval op Oost Afrika. Dit masker is enorm licht en lijkt
geen patina te hebben, toch zeggen de gebruikssporen genoeg, overtuig uzelf.
Wat patinavorming aan de randen en slijtage zelfs beschadigingen. De gaten in de
randen lijken niet uitgesleten maar het masker is van enorm licht hout dus lijdt
niet onder gewicht. Toch ben ik zelf niet helemaal overtuigd, maar noem hem dus
semi-authentiek. (Weet u misschien tot welke stam dit masker behoort en waartoe
het werd gebruikt, laat het me weten?) Masker van dezelfde verkoper afkomstig. Werd hoogstwaarschijnlijk met het zelfde doel ingezet als het Dewi Shri masker helemaal aan het begin van dit werkje.
Waarschijnlijk kon men door aanraking misvorming van het verwachtte kind
voorkomen (althans dat verwacht men in magico-religieus aspect). Kromme neus
te grote open mond, haast carnavalesk. vermoedelijk Tanzania, Oost Afrika.
Hieronder meer detailopnames van dit masker. Vreemd textiel draadje, werd het hier aan opgehangen, nee, aan beide zijden op verschillende plekken rond de mondpartij. Het roodachtige van het patina is aan de onderrand goed te zien.
Hierboven een Satimbe (dochter op hoofd) masker der Dogon met een voorouder
erop, geen Nommo het tweeling paar, maar een vrouw en volgens mij is er maar een
type met vrouw toegestaan op maskers bij de Dogon uit Mali. Ze strekt haar armen
ten hemel om vruchtbaarheid en contact met haar schepper. Raffiavezel gepolijst
en gekleurd en geweven tot mat. Volgende foto zal laten zien dat er ook een
bijt/draagstok door het maskergezicht geschoven zit. Het weegt 8 kg en is p.m. 90cm
hoog. Het beeld heeft ijzer en plastic toevoegingen wat niet betekent dat het niet
authentiek is. U ziet de stok hier duidelijk door het masker gestoken. De voeten van het beeld
zijn gelijmd, het was ooit afgebroken, toch uit een stuk hout gesneden. Het masker
doet haast kubistisch modern aan. Het middenstuk duidt op een ladder naar de
rotswoningen welke ooit door Tellem (zeer oud volk, de Haan e.a.) bewoond , nu zijn
overgenomen door de Dogon. Op mijn youtube site vindt u de filmpjes van Marcel Griaule
die met een Franse expeditie al vroegtijdig uitgebreid dit gebied heeft onderzocht.
Madame Dieterlen en Roux, weet nog een en ander te herinneren en vertelt in
“Tracking the Pale Fox trailer” over de ervaringen en waardevolle betekenissen
van de mythologie der Dogon sculpturenen makers en cultuur.
http://www.youtube.com/watch?%0Av=4bZXYB3U2FM&list=PL2291DA53E58F498A&index=50&feature=plpp_video
Bekijk gerust ook de andere filmpjes over anthropologie en etnografische kunst
op mijn playlists Madrason Youtube Anthropology.
Maskertje van een Lama uit Tibet. Zeer licht hout, kleuren over wreven met patina,
enig goudgeel is nog te zien. Grote dikke wenkbrauwen stralen dwingend kracht uit
maar de snor die dun is, fijnezinnigheid. Grote oren, typisch boeddhistisch.
Slijtagesporen langs oren. Waarschijnlijk in tempelportieken opgehangen als
afweer tegen kwade invloeden.
Omschrijving van de film bij het Dogon masker hierboven als link ingevoegd:
The Dogon are an ethnic group living in the central plateau region of Mali, south of
the Niger bend near the city of Bandiagara in the Mopti region.Certain researchers
investigating the Dogon have reported that they seem to possess advanced
astronomical knowledge, the nature and source of which has subsequently become
embroiled in controversy. From 1931 to 1956 the French anthropologist Marcel
Griaule studied the Dogon. This included field missions ranging from several days
to two months in 1931, 1935, 1937 and 1938] and then annually from 1946 until
1956. In late 1946 Griaule spent a consecutive thirty-three days in conversations
with the Dogon wiseman Ogotemmêli, the source of much of Griaule and Dieterlen's
future publications.They reported that the Dogon believe that the brightest star in the sky, Sirius (sigi tolo or 'star of the Sigui', has two companion stars, pō tolo (the Digitaria star), and
ęmmę ya tolo, (the female Sorghum star), respectively the first and second
companions of Sirius A. Sirius, in the Dogon system, formed one of the foci for the
orbit of a tiny star, the companionate Digitaria star. When Digitaria is closest to
Sirius, that star brightens: when it is farthest from Sirius, it gives off a twinkling
effect that suggests to the observer several stars. The orbit cycle takes 60
years.They also claimed that the Dogon appeared to know of the rings of Saturn,
and the moons of Jupiter.
In mijn collectie bevinden zich nog vele andere maskers maar ik besluit om
voorlopig voor dit boek en de daarmee in verband staande lezingen hier een halt
toe te roepen aan mezelf. Ik vind dat er met dit werkje voldoende basis en
gevorderden inzicht is geboden aan beginners en liefhebbers , verzamelaars van Niet Westerse kunst, specifieker etnografische kunst met in dit geval als thema Maskers.
Dankuwel voor het lezen of bijwonen van een van mijn lezingen.
Literatuur wordt in de text vermeld. Leon Coray te 's-Hertogenbosch 25-09-2012.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten